Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering BES
Artikel 100
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-07-2023, Stb. 2023, 274 (uitgifte: 28-07-2023, kamerstukken: 36171)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-08-2023, Stb. 2023, 280 (uitgifte: 30-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
Een bevel tot voorlopige hechtenis kan worden gegeven in geval van verdenking van:
- a.
een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, of
- b.
een van de misdrijven omschreven in de artikelen 204, eerste en tweede lid, 236, 245, derde lid, 265c, 265d, 259, 266, 298, eerste lid, 298b, 321a, 334, 339, 339a, 366, eerste lid, 368, 404, 405, 410 en 431 van het Wetboek van Strafrecht BES.
2.
Het bevel kan voorts worden gegeven, indien de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft, en hij verdacht wordt van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving gevangenisstraf is gesteld.