Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/17/EU kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen
Artikel 19 Waardebepaling van onroerende goederen
Geldend
Geldend vanaf 20-03-2014
- Bronpublicatie:
04-02-2014, PbEU 2014, L 60 (uitgifte: 28-02-2014, regelingnummer: 2014/17/EU)
- Inwerkingtreding
20-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-2014, PbEU 2014, L 60 (uitgifte: 28-02-2014, regelingnummer: 2014/17/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat binnen hun grondgebied betrouwbare normen worden ontwikkeld voor de waardebepaling van voor bewoning bestemde onroerende goederen ten behoeve van hypothecaire kredietverlening. De lidstaten verplichten kredietgevers ervoor zorg te dragen dat die normen worden gebruikt bij de waardebepaling van onroerend goed, of dat zij redelijke stappen nemen om ervoor te zorgen dat die normen worden toegepast wanneer een derde partij de waardebepaling verricht. Indien de nationale autoriteiten verantwoordelijk zijn voor de regulering van onafhankelijke taxateurs, dragen zij er zorg voor dat deze de vigerende nationale regelgeving naleven.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de interne en externe taxateurs vakbekwaam en voldoende onafhankelijk van het kredietaanvaardingsproces zijn, opdat zij een onpartijdige en objectieve waardebepaling kunnen opstellen, die op een duurzame drager wordt opgeslagen en waarvan de kredietgever een exemplaar bewaart.