Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting
Artikel 22 Vermijding van dubbele belasting
Geldend
Geldend vanaf 30-11-2020
- Bronpublicatie:
12-06-2019, Trb. 2019, 94 (uitgifte: 21-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-11-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2020, Trb. 2020, 129 (uitgifte: 08-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Nederland is bevoegd, bij het heffen van belasting van zijn inwoners, in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in Zwitserland mogen worden belast.
2.
Indien echter een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt die volgens artikel 6, eerste, derde en vierde lid, artikel 7, eerste lid, artikel 8, eerste en tweede lid, artikel 10, zevende lid, artikel 11, vierde lid, artikel 12, vierde lid, artikel 13, eerste, tweede, derde en vierde lid, artikel 14, eerste lid, artikel 15, eerste en derde lid, artikel 19, eerste lid, onderdeel a, en artikel 21, tweede lid, van dit Verdrag in Zwitserland mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland dergelijke bestanddelen van het inkomen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting. Daartoe worden bedoelde bestanddelen van het inkomen geacht te zijn begrepen in het bedrag van de bestanddelen van het inkomen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
3.
Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor de bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 10, tweede lid, artikel 16, eerste lid, artikel 17, eerste en tweede lid, en artikel 18, eerste lid, van dit Verdrag in Zwitserland mogen worden belast, voor zover deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Zwitserland over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting, maar bedraagt, indien de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting daarin voorzien, niet meer dan het bedrag van de aftrek die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen begrepen bestanddelen van het inkomen de enige bestanddelen van het inkomen zouden zijn geweest die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
Dit lid beperkt een tegemoetkoming nu of in de toekomst verleend uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting niet, echter uitsluitend voor zover het de berekening van het bedrag van de aftrek van de Nederlandse belasting betreft met betrekking tot de som van inkomsten afkomstig uit meer dan één rechtsgebied en de voortwenteling van de belasting betaald in Zwitserland op bedoelde bestanddelen van het inkomen naar de volgende jaren.
4.
Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid verleent Nederland een aftrek op de Nederlandse belasting voor de in Zwitserland betaalde belasting op bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 7, eerste lid, artikel 10, zevende lid, artikel 11, vierde lid, artikel 12, vierde lid, artikel 13, vierde lid, en artikel 21, tweede lid, van dit Verdrag in Zwitserland mogen worden belast, voor zover deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, voor zover Nederland uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting een aftrek verleent op de Nederlandse belasting voor de in een ander rechtsgebied over die bestanddelen van het inkomen geheven belasting. Voor de berekening van deze aftrek zijn de bepalingen van het derde lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
5.
In het geval van Zwitserland wordt dubbele belasting als volgt vermeden:
- a.
Indien een inwoner van Zwitserland inkomsten verkrijgt, die in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag in Nederland mogen worden belast, stelt Zwitserland, onder voorbehoud van de bepalingen van onderdelen b en c, deze inkomsten vrij van belasting, maar kan Zwitserland bij het berekenen van de belasting over de resterende inkomsten van die inwoner het belastingtarief toepassen dat van toepassing zou zijn geweest, indien de vrijgestelde inkomsten niet aldus waren vrijgesteld. Deze vrijstelling is evenwel slechts van toepassing op de voordelen en inkomsten bedoeld in artikel 13, vierde lid, en artikel 17, eerste en tweede lid, indien bewijs wordt overgelegd van de werkelijke belasting over deze voordelen en inkomsten in Nederland.
- b.
Indien een inwoner van Zwitserland dividenden verkrijgt die in overeenstemming met de bepalingen van artikel 10 in Nederland mogen worden belast, verleent Zwitserland deze inwoner op verzoek een vermindering. De vermindering kan bestaan uit:
- i.
een aftrek op de belasting over het inkomen van die inwoner tot een bedrag dat gelijk is aan de belasting die in Nederland is geheven in overeenstemming met de bepalingen van artikel 10; deze aftrek is evenwel niet hoger dan het deel van de Zwitserse belasting, berekend voordat de aftrek is verleend, dat is toe te rekenen aan de inkomsten die in Nederland mogen worden belast; of
- ii.
een forfaitaire aftrek van de Zwitserse belasting; of
- iii.
een gedeeltelijke vrijstelling van de Zwitserse belasting op deze dividenden, die in elk geval bestaat uit ten minste een aftrek op het brutobedrag van de dividenden van de in Nederland geheven belasting.
Zwitserland stelt de toepasselijke vermindering vast en past de procedure toe in overeenstemming met de Zwitserse voorschriften ter zake van de uitvoering van internationale verdragen van de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting.
- c.
Indien een inwoner van Zwitserland periodieke uitkeringen verkrijgt in overeenstemming met de bepalingen van de tweede zin van artikel 18, eerste lid, die in Nederland mogen worden belast, verleent Zwitserland deze inwoner op verzoek een vermindering van een derde van het nettobedrag van dergelijke pensioenen of lijfrenten.
6.
De bepalingen van het tweede lid en van het vijfde lid, onderdeel a, zijn niet van toepassing op inkomensbestanddelen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat wanneer de andere Verdragsluitende Staat de bepalingen van dit Verdrag toepast om deze inkomensbestanddelen vrij te stellen van belasting of de bepalingen van artikel 10, tweede lid, op deze inkomensbestanddelen toepast.