Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1221/2002 met betrekking tot niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 29-07-2002
- Bronpublicatie:
10-06-2002, PbEG 2002, L 179 (uitgifte: 09-07-2002, regelingnummer: 1221/2002)
- Inwerkingtreding
29-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-06-2002, PbEG 2002, L 179 (uitgifte: 09-07-2002, regelingnummer: 1221/2002)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 met betrekking tot niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (2),
Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
In Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (ESR 95) (4) is het referentiekader vastgelegd voor gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en registratieregels voor de opstelling van de rekeningen van de lidstaten die voor de statistische behoeften van de Gemeenschap worden gebruikt, zodat de resultaten van de lidstaten onderling vergelijkbaar zijn.
- (2)
In het op 18 januari 1999 door de Raad Economie/Financiën goedgekeurde verslag van het Monetair Comité over de informatiebehoefte is benadrukt dat voor de goede werking van de Economische en Monetaire Unie en de interne markt een doeltreffend toezicht op en coördinatie van het economisch beleid van het grootste belang zijn, en dat dit een veelomvattend statistisch informatiestelsel vereist dat de beleidmakers voorziet van de nodige gegevens waarop zij hun besluiten kunnen baseren. In dit verslag is er ook op gewezen dat er een hoge prioriteit moet worden toegekend aan kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën van de lidstaten, en met name van die welke aan de Economische en Monetaire Unie deelnemen, teneinde stapsgewijs vereenvoudigde niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid samen te stellen.
- (3)
Het is zinvol om vereenvoudigde niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid te definiëren aan de hand van de lijst van ESR 95-categorieën voor overheidsuitgaven en -inkomsten zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1500/2000 van de Commissie van 10 juli 2000 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot de overheidsuitgaven en -inkomsten (5).
- (4)
Er is bij de stapsgewijze aanpak voorrang gegeven aan de categorieën belastingen, werkelijke sociale premies en sociale uitkeringen exclusief sociale overdrachten in natura. Deze categorieën vormen betrouwbare indicatoren die de trend van de overheidsfinanciën aangeven en nu reeds op tijd beschikbaar zijn (eerste stap).
- (5)
Krachtens Verordening (EG) nr. 264/2000 van de Commissie van 3 februari 2000 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën (6) moeten vanaf juni 2000 kwartaalgegevens over de eerste reeks categorieën worden ingediend.
- (6)
Deze categorieën dienen in het kader van de stapsgewijze aanpak met een nieuwe reeks te worden aangevuld, zodat uiteindelijk een volledige lijst wordt verkregen met categorieën die de overheidsuitgaven en -inkomsten vormen.
- (7)
De betrouwbaarheid van de kwartaalgegevens die in het kader van deze verordening met het oog op de berekening van de jaarcijfers worden verstrekt, dient te worden beoordeeld. Daarom moet vóór het eind van 2005 een verslag over de kwaliteit van de kwartaalgegevens worden opgesteld.
- (8)
In de artikelen 2 en 3 van Verordening (EG) nr. 2223/96 is bepaald onder welke voorwaarden de Commissie wijzigingen in methoden van het ESR 95 kan goedkeuren teneinde de inhoud ervan te verduidelijken en te verbeteren. Door de samenstelling van niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid zullen er extra middelen in de lidstaten nodig zijn. Daarom kan de Commissie de indiening ervan niet in een door haar genomen besluit regelen.
- (9)
Het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad (1) opgerichte Comité statistisch programma (CSP) en het bij Besluit 91/115/EEG van de Raad (2) opgerichte Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (CMFB) zijn overeenkomstig artikel 3 van deze besluiten geraadpleegd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 154 E van 29.5.2001, blz. 300.
PB C 131 van 3.5.2001, blz. 6.
Advies van het Europees Parlement van 3 juli 2001 (PB C 65 E van 14.3.2002, blz. 33) en besluit van de Raad van 7 mei 2002.
PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 359/2002 (PB L 58 van 28.2.2002, blz. 1).
PB L 172 van 12.7.2000, blz. 3.
PB L 29 van 4.2.2000, blz. 4.
PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.
PB L 59 van 6.3.1991, blz. 19. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 96/174/EG (PB L 51 van 1.3.1996, blz. 48).