NJB 2018/1312
Oplegging van een bijzondere voorwaarde in strijd met art. 14c lid 2 Sr: ingevolge het 10º onderdeel van deze bepaling kan de voorwaarde tot opneming van de veroordeelde in een zorginstelling slechts worden opgelegd voor een door de rechter te bepalen termijn. De beslissing of zich de noodzaak voordoet van opneming van de veroordeelde in een zorginstelling en voor welke duur is voorbehouden aan de rechter. Het is dan ook onverenigbaar met art. 14c lid 2 onder 10º Sr om de Reclassering Nederland te laten bepalen of, en voor welke duur, de verdachte zich gedurende de proeftijd onder klinische behandeling moet laten stellen
HR 19-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:946
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 juni 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
16/05600
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:946, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:383, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑2018
- Wetingang
(art. 14c Sr)
Essentie
Oplegging van een bijzondere voorwaarde in strijd met art. 14c lid 2 Sr: ingevolge het 10º onderdeel van deze bepaling kan de voorwaarde tot opneming van de veroordeelde in een zorginstelling slechts worden opgelegd voor een door de rechter te bepalen termijn. De beslissing of zich de noodzaak voordoet van opneming van de veroordeelde in een zorginstelling en voor welke duur is voorbehouden aan de rechter. Het is dan ook onverenigbaar met art. 14c lid 2 onder 10º Sr om de Reclassering Nederland te laten bepalen of, en voor welke duur, de verdachte zich gedurende de proeftijd onder klinische ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.