NJ 1934, p. 1477
Rauwelijksche opvordering door de benadeelde legitimarissen van het door een erfgenaam te veel genotene ter zake van schenkingen in geld, te weten 1°. overdracht om niet van een aandeel in de winst van een fabriekszaak; 2°. overdracht tegen balanswaarde — welke veel lager zoude zijn dan de werkelijke waarde — van een aandeel in die fabriekszaak.
HR 08-06-1934, ECLI:NL:HR:1934:180, m.nt. Prof. E. M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 1934
- Magistraten
Mrs. Visser, van den Dries, van Gelein Vitringa, Polak, de Menthon Bake
- Zaaknummer
[08061934/NJ_1934,_p._1477]
- Conclusie
Van Lier
- Noot
Prof. E. M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS104099:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1934:180, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑1934
- Wetingang
Essentie
Rauwelijksche opvordering door de benadeelde legitimarissen van het door een erfgenaam te veel genotene ter zake van schenkingen in geld, te weten 1°. overdracht om niet van een aandeel in de winst van een fabriekszaak; 2°. overdracht tegen balanswaarde — welke veel lager zoude zijn dan de werkelijke waarde — van een aandeel in die fabriekszaak.
Samenvatting
Het Hof besliste, dat, indien en voorzooverre de beweerde schenkingen komen vast te staan, ten deze i.v.m. de reeds plaats gehad hebbende scheiding, alle gegevens aanwezig zullen zijn om te bepalen, zoowel welke schenkingen moeten worden ingekort als welke bedragen aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.