Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 47 Beleggingsbeleid
Geldend
Geldend vanaf 16-08-2012
- Bronpublicatie:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 648/2012)
- Inwerkingtreding
16-08-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 648/2012)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een CTP belegt haar financiële middelen uitsluitend in contanten of in zeer liquide financiële instrumenten met een zeer laag markt- en kredietrisico. Een belegging van een CTP dient snel te kunnen worden vereffend met een minimaal negatief effect op de prijs.
2.
Het bedrag aan kapitaal, inclusief de ingehouden winst en reserves, van een CTP dat niet overeenkomstig lid 1 is belegd, wordt niet in aanmerking genomen voor de toepassing van artikel 16, lid 2, of artikel 45, lid 4.
3.
Financiële instrumenten die als margin of als bijdragen in het wanbetalingsfonds zijn gesteld, worden, indien beschikbaar, gedeponeerd bij exploitanten van effectenafwikkelingssystemen die volledige bescherming van de financiële instrumenten garanderen. Als alternatief kan gebruik worden gemaakt van andere bijzonder veilige regelingen bij vergunninghoudende financiële instellingen.
4.
Deposito's in contanten van een CTP worden verricht via bijzonder veilige regelingen met vergunninghoudende financiële instellingen dan wel via gebruikmaking van de vaste depositofaciliteiten van centrale banken of andere vergelijkbare door centrale banken aangeboden middelen.
5.
Indien een CTP activa bij een derde partij deponeert, zorgt zij ervoor dat de activa van de clearingleden kunnen worden onderscheiden van de activa van de CTP en van de activa van die derde partij, door middel van verschillend getitelde rekeningen in de boeken van de derde partij of door middel van andere vergelijkbare maatregelen waarmee hetzelfde beschermingsniveau wordt bereikt. Een CTP krijgt, indien nodig, onmiddellijk toegang tot de financiële instrumenten.
6.
Een CTP mag haar kapitaal of de sommen die voortvloeien uit de vereisten als neergelegd in de artikelen 41, 42, 43 of 44, niet beleggen in haar eigen effecten of die van haar moederonderneming of van haar dochterondernemingen.
7.
Een CTP houdt rekening met haar totale kredietrisicoblootstelling jegens individuele debiteuren bij het nemen van haar beleggingsbeslissingen, en ziet erop toe dat de concentratie van haar totale risicoblootstelling jegens elke individuele debiteur binnen aanvaardbare grenzen blijft.
8.
Om een consistente toepassing van dit artikel te garanderen, stelt ESMA in overleg met de EBA en de ESCB ontwerpen van technische reguleringsnormen op tot nadere bepaling van de in lid 1 vermelde financiële instrumenten die als zeer liquide instrumenten met een zeer laag markt- en kredietrisico kunnen worden beschouwd, de in de leden 3 en 4 bedoelde bijzonder veilige regelingen en de in lid 7 vermelde concentratiebeperkingen.
ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 september 2012 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.