NJ 1961/32
Geen voorrang verleend aan auto, die richtingaanwijzer in werking had. Redengeving steunend op ervaringsregelen.
HR 12-04-1960, ECLI:NL:HR:1960:9, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 1960
- Magistraten
Mrs. van der Meulen, Feber [Rapp.], van Berckel, Westerouen van Meeteren, Kazemier
- Zaaknummer
[12041960/NJ_1961-32]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110569:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1960:9, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑1960
- Wetingang
(W.V.R. art. 27; Sv. artt. 339, 359.) 1
Essentie
Geen voorrang verleend aan auto, die richtingaanwijzer in werking had. Redengeving steunend op ervaringsregelen.
Samenvatting
Het Hof heeft, in stede van „feiten" van algemene bekendheid aan zijn beslissing ten grondslag te leggen, zijn redengeving met betrekking tot het aan req.'s opgave ontleende feit, dat hij het knipperlicht van den anderen auto op een afstand van zeker 300 m. heeft waargenomen, doen steunen op de navolgende twee ervaringsregelen, te weten 1 ° „dat het ongebruikelijk is dat een auto, die van richting wil gaan veranderen reeds op minstens 300 m. afstand van de plaats van richtingverandering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.