Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Finland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Protocol
Geldend
Geldend vanaf 20-12-1997
- Bronpublicatie:
28-12-1995, Trb. 1996, 216 (uitgifte: 20-08-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-12-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-1997, Trb. 1997, 323 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Bij de ondertekening van het Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, heden gesloten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Finland, zijn de ondergetekenden overeengekomen dat de volgende bepalingen een integrerend deel van het Verdrag vormen.
I. Ad artikel 2
Het is wel te verstaan dat de term ‘belastingen’ niet sociale verzekeringsbijdragen omvat.
II. Ad artikelen 4 en 23
- 1.
Indien ingevolge de bepalingen van het Verdrag een inwoner van Nederland is vrijgesteld van, of recht heeft op vermindering van, Finse belasting, is een soortgelijke vrijstelling of vermindering van toepassing op de onverdeelde nalatenschappen van overledenen, voor zover een of meer van de begunstigden inwoner van Nederland is.
- 2.
Voor zover de inkomsten of het vermogen van een onverdeelde nalatenschap van een overledene ingevolge de bepalingen van het Verdrag onderworpen zijn aan Finse belasting en toekomen aan een begunstigde die inwoner van Nederland is, verleent Nederland een vermindering in overeenstemming met letter b dan wel letter c van het tweede lid van artikel 23 van het Verdrag.
III. Ad artikelen 5, 6, 13 en 22
Het is wel te verstaan dat rechten tot exploratie en exploitatie van de zeebodem en de ondergrond daarvan en hun natuurlijke rijkdommen omvatten rechten op belangen bij, of voordelen uit, vermogensbestanddelen die voortvloeien uit die exploratie of exploitatie. Voorts is het wel te verstaan dat vorenbedoelde rechten worden beschouwd als een onroerende zaak die is gelegen in de Verdragsluitende Staat op wiens zeebodem en ondergrond daarvan deze rechten betrekking hebben, alsmede dat deze rechten worden geacht te behoren tot het vermogen van een vaste inrichting in die Staat.
IV. Ad artikelen 6, 13 en 22
Inkomsten, andere dan dividenden, uit aandelen of andere vennootschappelijke rechten in een woning-vennootschap zoals bedoeld in de Wet van 17 mei 1991 betreffende woning-vennootschappen (Nr. 809 van 1991), of een andere gelijksoortige Finse vennootschap, of voordelen verkregen uit de vervreemding van zulke aandelen of rechten, of vermogen dat uit zulke aandelen of rechten bestaat, mogen worden belast in de Verdragsluitende Staat waar de onroerende zaken die door de vennootschap gehouden worden, zijn gelegen.
V. Ad artikel 7
Met betrekking tot artikel 7, eerste en tweede lid, geldt dat, indien een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat goederen of koopwaar verkoopt of een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, de voordelen van die vaste inrichting niet worden bepaald op basis van het totale bedrag ontvangen door de onderneming, doch slechts op basis van dat deel van de beloning dat aan de werkelijke werkzaamheden van de vaste inrichting ten behoeve van die verkopen of die bedrijfsuitoefening is toe te rekenen. In het bijzonder bij overeenkomsten betreffende het toezicht op, de levering, installatie of constructie van nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting of gebouwen alsmede bij openbare werken, worden, indien de onderneming een vaste inrichting heeft, de voordelen van die vaste inrichting niet bepaald op basis van het totale door de onderneming ontvangen bedrag, doch slechts op basis van dat deel van de overeenkomst dat werkelijk wordt uitgevoerd door de vaste inrichting in de Verdragsluitende Staat waar de vaste inrichting is gevestigd. De voordelen die betrekking hebben op dat deel van de overeenkomst, dat wordt uitgevoerd door het hoofdkantoor van de onderneming, zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waarvan de onderneming inwoner is.
VI. Ad artikel 10
De Finse belastingwetgeving voorziet in de vermijding van economische dubbele belasting ter zake van winsten behaald door binnenlands gevestigde vennootschappen door binnenlands wonende aandeelhouders een aanspraak te geven op een belastingverrekening met betrekking tot dividenden betaald door genoemde vennootschappen ter waarde van een derde van de dividenden betaald aan de aandeelhouders. Wanneer niet minder dan een derde deel van de gedistribueerde winsten niet onderworpen is geweest aan vennootschapsbelasting, onder andere ten gevolge van het ontvangen van buitenlandse, van belasting vrijgestelde, dividenden door de uitdelende vennootschap, is de vennootschap onderworpen aan een compenserende belasting (täydennysvero; kompletteringsskatt), die overeenkomt met het bedrag waarmee het hiervoor genoemde bedrag het daadwerkelijke verschuldigde bedrag aan vennootschapsbelasting overtreft. De compenserende belasting is, niettegenstaande deze algemene regel, niet verschuldigd voor zover de vennootschap voor het desbetreffende kalenderjaar buitenlandse dividenden dooruitdeelt en de genieter van de dividenden een in Nederland gevestigde vennootschap is, die niet direct of indirect wordt beheerst door personen die inwoner van Finland zijn en die aan het einde van hetzelfde belastingjaar onmiddellijk niet minder dan 25 procent bezit van het kapitaal van de vennootschap die de dividenden betaalt.
VII. Ad artikelen 10, 11 en 12
Indien aan de bron belasting is ingehouden die het maximale belastingbedrag als bedoeld in de artikelen 10, 11 of 12 te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Verdragsluitende Staat waarin de belasting is ingehouden, binnen een tijdvak van vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belasting is ingehouden.
VIII. Ad artikel 16
1
In geval van een lichaam, dat inwoner is van Finland, omvat de uitdrukking ‘een ander dergelijk orgaan van een lichaam’ het toeziend bestuur (‘hallintoneuvosto’, ‘förvaltningsråd’) in de zin van het Finse vennootschapsrecht.
2
In geval van een lichaam, dat inwoner is van Nederland, omvat de uitdrukking ‘lid van de raad van beheer of een ander dergelijk orgaan van een lichaam’ een ‘bestuurder’ of ‘commissaris’ in de zin van het Nederlandse vennootschapsrecht.
IX. Ad artikel 18
Indien een persoon, die op de datum vanaf welke het Verdrag toepassing vindt inwoner is van een Verdragsluitende Staat, na die datum een pensioen of andere gelijksoortige beloning ter zake van een vroegere dienstbetrekking, of een lijfrente zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 18, of een pensioen betaald krachtens de sociale-verzekeringswetgeving van de andere Verdragsluitende Staat, zoals bedoeld in het derde lid van dat artikel, waarop voor die datum recht bestond, blijft ontvangen, is dat inkomen slechts in die Staat belastbaar.
X. Ad artikel 20, lid 2
Het is wel te verstaan dat de uitdrukking ‘inkomsten die noodzakelijk zijn voor zijn onderhoud’ betekent,
- a.
in geval van Finland, de bedragen aan vrijgestelde salarissen of lonen die worden ontvangen door studenten en leerlingen die geen inwoner zijn en die van tijd tot tijd vastgesteld worden door de Nationale Raad voor Belastingen (‘verohallitus; skattestyrelsen’) krachtens de bepalingen van Hoofdstuk 6, onderdeel 2, van de Wet op de belastingheffing van inkomen en vermogen van niet-inwoners van 11 augustus 1978, No. 627 (laki rajoitetusti verovelvollisen tulon ja varallisuuden verottamisesta; lag om beskattning av begränsat skattskyldig för inkomst och förmögenhet), zoals die van tijd tot tijd wordt gewijzigd zonder afbreuk te doen aan de hoofdlijnen ervan, of andere bepalingen met een soortgelijk karakter, die kunnen worden vastgesteld na de datum van ondertekening van het Verdrag;
- b.
in geval van Nederland, een bedrag ter waarde van twee maal de basisaftrek zoals bedoeld in de Wet op de inkomstenbelasting 1964, zoals die van tijd tot tijd wordt gewijzigd zonder afbreuk te doen aan de hoofdlijnen daarvan, of andere bepalingen met een soortgelijk karakter, die kunnen worden vastgesteld na de datum van ondertekening van het Verdrag.
XI. Ad artikel 23
Het is wel te verstaan dat voor de berekening van de vermindering zoals vermeld in artikel 23, tweede lid, letter b, de waarde van de in artikel 22, eerste lid, bedoelde vermogensbestanddelen wordt verminderd met de waarde van de schulden verzekerd door hypotheek op dat vermogen, en dat de waarde van de in artikel 22, tweede lid, bedoelde vermogensbestanddelen wordt verminderd met de waarde van de tot de vaste inrichting of het vaste middelpunt behorende schulden.
XII. Ad artikel 26
Indien in een hierna gesloten Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Finland en een derde Staat, die lid is van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), bepalingen zijn opgenomen met betrekking tot arbitrage, zal de Regering van de Republiek Finland zonder onnodig uitstel de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden daarvan schriftelijk langs diplomatieke weg in kennis stellen en zal zij in onderhandeling treden met de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden teneinde dergelijke bepalingen op te doen nemen in het Verdrag dat vandaag met Nederland ondertekend is.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Helsinki, de 28ste december 1995, in de Engelse taal.