Einde inhoudsopgave
Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten Generaal 2021
Artikel 7.20 Besluitvorming
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2021
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Kamerstukken 2021, 35322 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken: 35322-50)
- Inwerkingtreding
31-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2021, Stb. 2021, 34 (uitgifte: 28-01-2021, kamerstukken: 35654)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Slechts de leden van een commissie nemen deel aan haar besluitvorming. Indien een lid niet beschikbaar is, kan een plaatsvervangend lid van zijn fractie of groep zijn bevoegdheden uitoefenen. Een plaatsvervangend lid kan de bevoegdheden voor ten hoogste één lid van de commissie uitoefenen.
2.
Een commissie kan buiten haar vergaderingen langs schriftelijke weg besluiten over een voorstel dat naar het oordeel van haar commissievoorzitter eenvoudig en spoedeisend van aard is. Het besluit wordt genomen als ware de Kamer in voltallige samenstelling bijeen en stemde zij als bedoeld in artikel 8.25.
3.
Indien een commissie een keuze dient te maken voor een of meer personen, besluit zij daarover in een vergadering onder overeenkomstige toepassing van de artikelen 8.31 tot en met 8.38, met dien verstande dat bij een derde stemming de keuze gaat tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen kregen.