NJB 2015/1272
Dwangsom bij niet tijdig beslissen. Van een prematuur beroep is geen sprake in het geval na de indiening van een ingebrekestelling de omstandigheden zodanig wijzigen dat van een aanvrager niet (meer) kan worden gevergd dat hij de resterende termijn van de ingebrekestelling afwacht alvorens hij beroep zou kunnen instellen
CRvB 27-05-2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1871
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
27 mei 2015
- Magistraten
Mr. De Mooij
- Zaaknummer
13-1481 WMO
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2015:1871, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 27‑05‑2015
- Wetingang
Essentie
Dwangsom bij niet tijdig beslissen. Van een prematuur beroep is geen sprake in het geval na de indiening van een ingebrekestelling de omstandigheden zodanig wijzigen dat van een aanvrager niet (meer) kan worden gevergd dat hij de resterende termijn van de ingebrekestelling afwacht alvorens hij beroep zou kunnen instellen
Uitspraak
(…)
Overwegingen
4.1.
Op grond van artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient op een aanvraag binnen een redelijke termijn te worden beslist. De redelijke termijn is in ieder geval verstreken wanneer het bestuursorgaan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag geen beschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.