V-N 2016/30.10
Verzetprocedure vereist meer onderzoek inzake horen als boete in geding is
HR 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1028, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 2016
- Magistraten
Overgaauw, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
15/05416
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS660521:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Verdragen EU
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
Europees belastingrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2016
ECLI:NL:HR:2016:1028, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑2016
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank had moeten onderzoeken of het vereiste van een behoorlijk proces als bedoeld in art. 6 EVRM aanleiding gaf de heer X ambtshalve uit te nodigen om op een zitting te worden gehoord naar aanleiding van diens verzet.
Samenvatting
Aan de heer X is een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (mrb) en een boete opgelegd. X gaat in beroep. Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep met toepassing van art. 8:54 Awb niet-ontvankelijk. Het verzet van X wordt vervolgens ongegrond verklaard zonder hem te horen. X had niet verzocht om te worden gehoord. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.