Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/17/EU kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen
Artikel 13 Algemene informatie
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2016
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2018.
- Bronpublicatie:
08-06-2016, PbEU 2016, L 171 (uitgifte: 29-06-2016, regelingnummer: 2016/1011)
- Inwerkingtreding
30-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2016, PbEU 2016, L 171 (uitgifte: 29-06-2016, regelingnummer: 2016/1011)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat kredietgevers of, in voorkomend geval, verbonden kredietbemiddelaars dan wel hun aangestelde vertegenwoordigers de algemene informatie over kredietovereenkomsten te allen tijde op papier of een andere duurzame drager, of in elektronische vorm duidelijk en begrijpelijk beschikbaar stellen. Daarenboven, kunnen de lidstaten bepalen dat algemene informatie door niet-verbonden kredietbemiddelaars beschikbaar wordt gesteld.
Die algemene informatie omvat ten minste het volgende:
- a)
de identiteit en het geografische adres van degene die de informatie beschikbaar stelt;
- b)
de doeleinden waarvoor het krediet mag worden gebruikt;
- c)
de vormen van zekerheid alsmede, indien van toepassing, de vermelding dat de zekerheid zich ook in een andere lidstaat mag bevinden;
- d)
de mogelijke duur van de kredietovereenkomsten;
- e)
de beschikbare debetrentevoeten, met vermelding of die vast of variabel zijn, met een korte beschrijving van de kenmerken van een vaste en variabele rentevoet en de daaraan verbonden gevolgen voor de consument;
- e bis)
indien contracten die een benchmark als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 3, van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad (1) als referentie gebruiken, beschikbaar zijn, de namen van de benchmarks en de beheerders daarvan, alsmede de mogelijke gevolgen voor de consument;
- f)
indien leningen in vreemde valuta's beschikbaar zijn, de vermelding van de vreemde valuta of valuta's, met een toelichting bij de gevolgen voor de consument indien het krediet in een vreemde valuta luidt;
- g)
een representatief voorbeeld van het totale kredietbedrag, de totale kosten van het krediet voor de consument, het totale door de consument te betalen bedrag en het jaarlijkse kostenpercentage;
- h)
een indicatie van mogelijke bijkomende kosten, die niet in de totale kosten van een krediet voor de consument zijn opgenomen en die ter zake van een kredietovereenkomst verschuldigd zijn;
- i)
de verschillende beschikbare opties voor het aflossen van het krediet aan de kredietgever, met inbegrip van het aantal, de periodiciteit en het bedrag van de afbetalingstermijnen;
- j)
in voorkomend geval, een duidelijke en beknopte verklaring dat de naleving van de bepalingen en de voorwaarden van de kredietovereenkomsten geen garantie vormt voor de terugbetaling van het totale kredietbedrag krachtens de kredietovereenkomst;
- k)
een beschrijving van de rechtstreeks aan vervroegde aflossing verbonden voorwaarden;
- l)
de vermelding of een waardebepaling van het onroerend goed moet worden uitgevoerd en, in voorkomend geval, wie verantwoordelijk is dat deze waardebepaling wordt uitgevoerd, en of daaraan voor de consument kosten zijn verbonden;
- m)
een indicatie van de nevendiensten die de consument gehouden is te verwerven teneinde het krediet, in voorkomend geval onder de geadverteerde voorwaarden, te verkrijgen en, indien van toepassing, een verduidelijking dat de nevendiensten kunnen worden aangekocht van een dienstverlener die niet de kredietgever is; en
- n)
een algemene waarschuwing betreffende de mogelijke gevolgen van niet-naleving van de aan de kredietovereenkomst verbonden verplichtingen.
2.
De lidstaten kunnen de kredietgevers ertoe verplichten andere soorten waarschuwingen op te nemen die in een lidstaat van belang zijn. Zij stellen de Commissie onverwijld in kennis van deze voorschriften.
Voetnoten
Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1).