Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 524 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2017, Stb. 2017, 524 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Energiebelasting
1.
Het verzoek om teruggaaf, bedoeld in artikel 67, eerste lid, van de wet, wordt uiterlijk gedaan binnen dertien weken na afloop van de verbruiksperiode.
2.
Ter vaststelling van de hoeveelheid verbruikte warmte meet de gebruiker van de onroerende zaak deze hoeveelheid met behulp van een warmtehoeveelheidsmeter.
3.
Bij het verzoek om de in het eerste lid bedoelde teruggaaf wordt de afrekening overgelegd die door de exploitant van de installatie voor blokverwarming of in diens opdracht is opgemaakt.
4.
De teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, wordt alleen verleend als het bedrag aan belasting expliciet op de factuur in rekening is gebracht en slechts voor zover die factuur is betaald.
5.
Indien een hoger bedrag aan belasting is gefactureerd dan door degene die de levering heeft verricht verschuldigd is, wordt voor het bepalen van de hoogte van de teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, het bedrag aan verschuldigde belasting gebruikt.