Besluit bijzondere vergaring nummergegevens telecommunicatie
Artikel 5 [Gegevensverstrekking]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2002
- Bronpublicatie:
18-12-2001, Stb. 2002, 31 (uitgifte: 29-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-02-2002, Stb. 2002, 106 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Op het verzoek van de bevoegde autoriteit in een geval als bedoeld in artikel 13.4, tweede lid, jo artikel 13.4, eerste lid, van de wet, achterhaalt en verstrekt de aanbieder het aan de gebruiker verleende nummer.
2.
Het verzoek is schriftelijk en vermeldt gegevens betreffende twee tijdstippen waarop en locaties waar de gebruiker kennelijk gebruik heeft gemaakt van telecommunicatie. Indien de bevoegde autoriteit, gelet op de feiten of omstandigheden meent dat volstaan kan worden met de vermelding van één tijdstip en één locatie, vermeldt het verzoek, onder aanduiding van de feiten of omstandigheden, de gegevens betreffende één tijdstip en één locatie. Deze gegevens omvatten:
- a.
het tijdstip: het jaar, de maand, de dag, het uur en een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de minuut;
- b.
de locatie: de gemeente, postcode, straat en het huisnummer, dan wel de coördinaten van de Nederlandse Topografische Dienst met twee maal zes cijfers.
3.
De feiten of omstandigheden, bedoeld in het tweede lid, betreffen:
- a.
de locatie, wanneer het een locatie betreft waar weinig telecommunicatieverkeer plaatsvindt,
- b.
het tijdstip, wanneer het een tijdstip betreft waarop weinig telecommunicatieverkeer plaatsvindt,
- c.
een geval waarin het nummer waarmee de gebruiker van telecommunicatie contact zoekt, bekend is.