V-N 2023/16.15
Pleitbaar standpunt, omdat met vermelding BTW-suppleties in aangifte VPB was voldaan aan informatieverplichting volgens hof
HR 31-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:491, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 2023
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Feteris, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/04198
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS693749:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2023
ECLI:NL:HR:2023:491, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:66, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑01‑2022
- Wetingang
art. 10a AWR
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de formele benadering van de Staatssecretaris van Financiën van de suppletieverplichting op zich correct is, maar dat X bv in materiële zin een pleitbaar standpunt heeft.
Samenvatting
X bv c.s. behoort samen met A bv en B bv tot een fiscale eenheid-BTW. X bv dient in juli en december 2016 haar VPB-aangiften over 2014 en 2015 in. Op die balansen staan BTW-schulden over 2014 en 2015 van in totaal € 216.921. In 2018 volgt naar aanleiding hiervan een boekenonderzoek. Kort daarop dient X bv alsnog suppletieaangiften BTW in. In deze procedure is alleen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.