V-N 2019/60.6
Geen strijd met EU-recht bij LB-heffing over privégebruik auto
HR 13-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1320, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 september 2019
- Zaaknummer
19/00206
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS174041:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Inbreuk op het gemeenschapsrecht
Loonbelasting / Werkkostenregeling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1320, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑09‑2019
- Wetingang
art. 13bis Wet LB 1964; art. 110 VWEU
Essentie
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat bij de LB-heffing over het privégebruik van een auto geen sprake is van strijd met het EU-recht. Bij de heffing wordt namelijk geen onderscheid gemaakt tussen ingevoerde auto’s en gelijksoortige nationale producten. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Samenvatting
De werkgever van X stelt hem een auto ter beschikking die X ook voor privédoeleinden gebruikt, zodat het autokostenforfait van toepassing is. X is het er niet mee eens dat voor de berekening van het autokostenforfait de catalogusprijs van de auto ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.