Einde inhoudsopgave
Kernenergiewet
Artikel 36
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2017
- Bronpublicatie:
26-04-2016, Stb. 2016, 180 (uitgifte: 20-05-2016, kamerstukken: 34219)
- Inwerkingtreding
01-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2017, Stb. 2017, 312 (uitgifte: 19-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
Indien ten aanzien van een inrichting als in artikel 15, onder b, bedoeld of ten aanzien van een uitrusting als in dat artikel, onder c, bedoeld, welke in een vaartuig of ander vervoermiddel is of wordt aangebracht, dan wel ten aanzien van splijtstoffen, ertsen, radioactieve stoffen of toestellen in strijd met het bij of krachtens deze wet bepaalde is gehandeld, kunnen de krachtens artikel 58, eerste lid, aangewezen ambtenaren, ingeval dit handelen naar hun oordeel ten gevolge heeft, dat personen door het verrichten van werkzaamheden in bepaalde ruimten of door het verblijf in die ruimten zich aan een aanmerkelijk gevaar blootstellen, de betrokkene bij beschikking bevelen een ieder, dan wel personen, behorende tot daarbij aangewezen categorieën, te beletten werkzaamheden in die ruimten te verrichten of aldaar te verblijven.
2.
De ambtenaar, die een beschikking krachtens het eerste lid heeft vastgesteld, kan — zo nodig met behulp van de sterke arm — alle maatregelen treffen, die hij ter verzekering van de uitvoering van de beschikking nodig acht.
3.
Een krachtens het eerste lid vastgestelde beschikking heeft een werkingsduur van één week, tenzij vóór het verstrijken van die termijn door de Autoriteit anders is bepaald.