RI 2016/13
Prejudiciële beslissing. Kan een curator worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van art. 10 lid 1 Fw en kan de curator gelet op zijn neutrale en afhankelijk rol in verzet komen tegen een faillissementsvonnis waarbij hij constateert dat er geen actief is of actief valt te verwachten? (Hoeksma q.q./Trade B.V.)
HR 18-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3636 (Hoeksma/Trade)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02163
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Roepnaam
Hoeksma/Trade
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922519:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3636, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2336, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2015
- Wetingang
Art. 10 lid 1 Fw; art. 3:13 lid 2 BW
Essentie
Prejudiciële beslissing.
Kan een curator worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van art. 10 lid 1 Fw en kan de curator gelet op zijn neutrale en afhankelijk rol in verzet komen tegen een faillissementsvonnis waarbij hij constateert dat er geen actief is of actief valt te verwachten?
Samenvatting
Op 8 april 2015 is op eigen aangifte van de bestuurder (en enig aandeelhouder) het faillissement van R.M. Trade B.V. uitgesproken. Bij verzoekschrift van 14 april 2015 is de curator in verzet gekomen tegen de faillietverklaring van de vennootschap. Aan het verzet heeft de curator – verkort weergegeven – ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.