Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 16 Terugtrekking en verschoning van een rechter
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Wanneer een rechter overeenkomstig artikel 18, eerste en tweede alinea, van het Statuut van oordeel is dat hij niet kan deelnemen aan de berechting van een zaak, deelt hij dit aan de president van het Gerecht mede, die hem van het zitten over de zaak vrijstelt.
2.
Wanneer de president van het Gerecht van oordeel is dat een rechter overeenkomstig artikel 18, eerste en tweede alinea, van het Statuut niet kan deelnemen aan de berechting van een zaak, bericht hij dit aan de betrokken rechter en hoort hij hem alvorens te beslissen.
3.
In geval van moeilijkheden bij de toepassing van dit artikel als bedoeld in artikel 18, derde alinea, van het Statuut, legt de president van het Gerecht de kwesties bedoeld in de leden 1 en 2 voor aan de voltallige vergadering. In dat geval is de stemming geheim en vindt zij buiten aanwezigheid van de griffier plaats; de betrokken rechter wordt gehoord en hij neemt niet aan de beraadslaging deel.