Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 608/2013 handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 19-07-2013
- Bronpublicatie:
12-06-2013, PbEU 2013, L 181 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 608/2013)
- Inwerkingtreding
19-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2013, PbEU 2013, L 181 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 608/2013)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Douane (V)
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
‘intellectuele-eigendomsrechten’:
- a)
een fabrieks- of handelsmerk;
- b)
een tekening of model;
- c)
een auteursrecht of naburig recht overeenkomstig het nationale of het Unierecht;
- d)
een geografische aanduiding;
- e)
een octrooi overeenkomstig het nationale of het Unierecht;
- f)
een aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen (1);
- g)
een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen (2);
- h)
een communautair kwekersrecht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (3);
- i)
een kwekersrecht overeenkomstig het nationale recht;
- j)
een topografie van een halfgeleiderproduct overeenkomstig het nationale of het Unierecht;
- k)
een gebruiksmodel voor zover dat wordt beschermd als een intellectuele-eigendomsrecht overeenkomstig het nationale of het Unierecht;
- l)
een handelsbenaming voor zover deze wordt beschermd als een exclusief intellectuele-eigendomsrecht overeenkomstig het nationale of het Unierecht;
- 2.
‘fabrieks- of handelsmerk’:
- a)
een Gemeenschapsmerk overeenkomstig Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk (4);
- b)
een fabrieks- of handelsmerk dat geregistreerd is in een lidstaat, of in het geval van België, Luxemburg of Nederland, bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom;
- c)
een fabrieks- of handelsmerk dat geregistreerd is uit hoofde van een internationale overeenkomst die in een lidstaat of in de Unie in werking is;
- 3.
‘tekening of model’:
- a)
een Gemeenschapsmodel overeenkomstig Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen (5);
- b)
een tekening die of model dat in een lidstaat is geregistreerd of, in het geval van België, Luxemburg of Nederland, bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom;
- c)
een tekening die of model dat is geregistreerd uit hoofde van een internationale overeenkomst die in een lidstaat of in de Unie in werking is;
- 4.
‘geografische aanduiding’:
- a)
een beschermde geografische aanduiding of oorsprongsbenaming van landbouwproducten en levensmiddelen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (6);
- b)
een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding van wijn overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (‘integrale-GMO-verordening’) (7);
- c)
een geografische aanduiding van gearomatiseerde dranken op basis van wijnproducten overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad van 10 juni 1991 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten (8);
- d)
een geografische aanduiding van gedistilleerde dranken overeenkomstig Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken (9);
- e)
een geografische aanduiding van andere dan de in de punten a) tot met d), bedoelde producten, voor zover deze als een exclusief intellectuele-eigendomsrecht is vastgelegd overeenkomstig het nationale of het Unierecht;
- f)
een geografische aanduiding zoals bepaald in overeenkomsten tussen de Unie en derde landen en als zodanig in deze overeenkomsten vermeld;
- 5.
‘namaakgoederen’:
- a)
goederen die het voorwerp zijn van een handeling waarmee inbreuk wordt gemaakt op een fabrieks- of handelsmerk in de lidstaat waar de goederen worden aangetroffen, en waarop zonder toestemming een teken is aangebracht dat identiek is aan het geldig geregistreerde fabrieks- of handelsmerk voor dergelijke goederen of daarvan niet wezenlijk kan worden onderscheiden;
- b)
goederen die het voorwerp zijn van een handeling waarmee inbreuk wordt gemaakt op een geografische aanduiding in de lidstaat waar de goederen worden aangetroffen, en die een naam of vermelding dragen dan wel met een naam of vermelding worden omschreven die beschermd is wat die geografische aanduiding betreft;
- c)
verpakkingen, etiketten, stickers, brochures, gebruiksaanwijzingen, garantiebewijzen of andere soortgelijke voorwerpen, zelfs indien afzonderlijk gepresenteerd, die het voorwerp zijn van een handeling waarmee inbreuk wordt gemaakt op een fabrieks- of handelsmerk of een geografische aanduiding, die een teken, naam of vermelding dragen die identiek is aan een geldig geregistreerd fabrieks- of handelsmerk of een beschermde geografische aanduiding, of die daarvan niet wezenlijk kan worden onderscheiden, en die kunnen worden gebruikt voor dezelfde soort goederen als waarvoor het fabrieks- of handelsmerk of de geografische aanduiding is geregistreerd;
- 6.
‘door piraterij verkregen goederen’: goederen die het voorwerp zijn van een handeling waarmee inbreuk wordt gemaakt op een auteursrecht, naburig recht, model of tekening in de lidstaat waar de goederen worden aangetroffen, en die kopieën zijn of bevatten die zijn vervaardigd zonder toestemming van de houder van een auteursrecht, naburig recht, tekening of model, dan wel van een door de houder van het recht in het productieland gemachtigd persoon;
- 7.
‘goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht’:
goederen ten aanzien waarvan er redelijke aanwijzingen zijn dat het, in de lidstaat waar deze goederen zich bevinden, op het eerste gezicht gaat om:
- a)
goederen die het voorwerp zijn van een handeling waarmee inbreuk wordt gemaakt op een intellectuele-eigendomsrecht in die lidstaat;
- b)
apparaten, producten of onderdelen die in de eerste plaats ontworpen, geproduceerd of aangepast zijn om het ontwijken mogelijk te maken of te vergemakkelijken van technologie, apparaten of componenten die normaliter dienen ter voorkoming of beperking van door de houder van een auteursrecht of naburig recht niet toegestane handelingen met betrekking tot werken en die in verband staan met een handeling waarmee inbreuk wordt gemaakt op die rechten in die lidstaat;
- c)
mallen of matrijzen die specifiek ontworpen of aangepast zijn voor de vervaardiging van goederen die inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht, indien die mallen of matrijzen in verband staan met een handeling waarmee inbreuk wordt gemaakt op intellectuele-eigendomsrecht in die lidstaat;
- 8.
‘houder van het recht’: de houder van een intellectuele-eigendomsrecht;
- 9.
‘verzoek’: een aan de bevoegde douanedienst gericht verzoek tot optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht;
- 10.
‘nationaal verzoek’: een verzoek aan de douaneautoriteiten van een lidstaat om op te treden in die lidstaat;
- 11.
‘Unieverzoek’: een in één lidstaat ingediend verzoek waarin de douaneautoriteiten van die lidstaat en van een of meer andere lidstaten worden verzocht op te treden in hun respectieve lidstaten;
- 12.
‘aanvrager’: de persoon of entiteit in wiens naam een verzoek wordt ingediend;
- 13.
‘houder van het besluit’: de houder van een besluit waarmee een verzoek wordt toegewezen;
- 14.
‘houder van de goederen’: de persoon die de eigenaar is van de goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht of die een soortgelijk recht heeft om erover te beschikken, of er fysieke controle over uitoefent;
- 15.
‘aangever’: de aangever als gedefinieerd in artikel 4, punt 18, van Verordening (EEG) nr. 2913/92;
- 16.
‘vernietiging’: de fysieke vernietiging, recycling of verwijdering uit de handel van goederen, zodanig dat de houder van het besluit geen schade lijdt;
- 17.
‘douanegebied van de Unie’: het douanegebied van de Gemeenschap als gedefinieerd in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2913/92;
- 18.
‘vrijgave van de goederen’: de vrijgave van de goederen als gedefinieerd in artikel 4, punt 20, van Verordening (EEG) nr. 2913/92;
- 19.
‘kleine zending’: per post of via expresvervoer verstuurde zending die:
- a)
ten hoogste drie stuks bevat,
of
- b)
een brutogewicht van minder dan 2 kg heeft.
Voor de toepassing van punt a) wordt onder ‘stukken’ verstaan goederen zoals ingedeeld in de gecombineerde nomenclatuur overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (10), indien deze onverpakt zijn, of de verpakking van dergelijke goederen bedoeld voor detailverkoop aan de eindgebruiker.
Voor de toepassing van deze definitie worden afzonderlijke goederen die onder dezelfde code van de gecombineerde nomenclatuur zijn ingedeeld, als verschillende stuks beschouwd, en worden goederen die worden gepresenteerd als in één code van de gecombineerde nomenclatuur ingedeelde pakketten, als één stuk beschouwd;
- 20.
‘bederfelijke goederen’: goederen die volgens de douaneautoriteiten bederven als zij 20 dagen lang worden vastgehouden, te rekenen vanaf de datum van schorsing van de vrijgave of vasthouding ervan;
- 21.
‘exclusieve licentie’: een (algemene of beperkte) licentie op grond waarvan de licentiehouder met uitsluiting van alle andere personen, ook de persoon die de licentie heeft verleend, gebruik kan maken van een intellectuele-eigendomsrecht op de wijze die door de licentie wordt toegestaan.
Voetnoten
PB L 152 van 16.6.2009, blz. 1.
PB L 198 van 8.8.1996, blz. 30.
PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1.
PB L 78 van 24.3.2009, blz. 1.
PB L 3 van 5.1.2002, blz. 1.
PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
PB L 149 van 14.6.1991, blz. 1.
PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16.
PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.