Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid van rechterlijke ambtenaren
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006
- Bronpublicatie:
05-12-2005, Stb. 2005, 628 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
22-08-2005, Stb. 2005, 427 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2005, Stb. 2005, 628 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
22-08-2005, Stb. 2005, 427 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Juridische beroepen / Algemeen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Besluit van 23 november 2000, houdende vaststelling van de regeling inzake de bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid van rechterlijke ambtenaren
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 18 augustus 2000, nr. 5045031/00/06, directoraat-generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand, directie Wetgeving;
Gelet op artikel 54, tweede lid, onderdeel b, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;
De Raad van State gehoord (advies van 21 september, no. W03.00 0384/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 14 november 2000, nr. 5061726/00/6, directoraat-generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand, directie Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: