Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/302 inzake de aanpak van ongerechtvaardigde geoblocking en andere vormen van discriminatie van klanten op grond van nationaliteit, verblijfplaats of plaats van vestiging in de interne markt, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2006/2004 en (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG
Artikel 1 Doel en toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2018
- Bronpublicatie:
28-02-2018, PbEU 2018, L 60 I (uitgifte: 02-03-2018, regelingnummer: 2018/302)
- Inwerkingtreding
22-03-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-2018, PbEU 2018, L 60 I (uitgifte: 02-03-2018, regelingnummer: 2018/302)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Vermogensrecht / Europees vermogensrecht
Informatierecht / ICT
1.
Deze verordening heeft tot doel bij te dragen aan de goede werking van de interne markt door het voorkomen van ongerechtvaardigde geoblocking en andere vormen van discriminatie die, direct of indirect, op de nationaliteit, de verblijfplaats of de plaats van vestiging van klanten is gebaseerd, onder meer door het nader verduidelijken van bepaalde situaties waarin een verschillende behandeling niet uit hoofde van artikel 20, lid 2, van Richtlijn 2006/123/EG kan worden gerechtvaardigd.
2.
Deze verordening geldt niet voor zuiver interne situaties waarin alle relevante elementen van de transactie binnen één lidstaat blijven.
3.
Deze verordening is niet van toepassing op de activiteiten als bedoeld in artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2006/123/EG.
4.
Deze verordening laat de regels die van toepassing zijn op het gebied van de belastingen, onverlet.
5.
Deze verordening laat de regels die van toepassing zijn op het gebied van het auteursrecht en de naburige rechten, met name de in Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) vastgestelde regels, onverlet.
6.
Deze verordening laat het recht van de Unie inzake justitiële samenwerking in burgerlijke zaken onverlet. De naleving van deze verordening wordt niet zodanig uitgelegd dat een handelaar activiteiten richt op de lidstaat waar de consument zijn gewone verblijfplaats of woonplaats heeft in de zin van artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 593/2008 en van artikel 17, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1215/2012. Met name wordt een handelaar die, overeenkomstig de artikelen 3, 4, en 5 van de onderhavige verordening, de toegang voor consumenten tot een online-interface niet blokkeert of beperkt, consumenten niet op grond van hun nationaliteit of verblijfplaats naar een versie van een online-interface doorgeleidt die verschilt van de online-interface waartoe deze consumenten eerst toegang probeerden te krijgen, geen verschillende algemene toegangsvoorwaarden toepast bij de verkoop van goederen of het verrichten van diensten in situaties als omschreven in deze verordening, of op niet-discriminerende basis betaalinstrumenten aanvaardt die in een andere lidstaat zijn uitgegeven, niet louter op die gronden beschouwd als een handelaar die activiteiten richt op de lidstaat waarin de consument zijn gewone woon- of verblijfplaats heeft. Evenmin wordt een handelaar, wanneer hij de consument informatie en bijstand verstrekt na de sluiting van een overeenkomst die is voortgekomen uit de naleving van deze verordening, louter op die grond beschouwd als een handelaar die activiteiten richt op de lidstaat waarin de consument zijn gewone woon- of verblijfplaats heeft.
7.
Artikel 20, lid 2, van Richtlijn 2006/123/EG is van toepassing voor zover deze verordening geen specifiekere bepalingen vaststelt.
Voetnoten
Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).