RF 2015/51
Effectenlease. Is de belegger aan aanvaarding ‘Dexia Aanbod’ gebonden als nadien effectenleaseovereenkomst op grond van artikel 1:88 en 1:89 BW is vernietigd? (Eisers/Varde)
HR 20-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:394
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 februari 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
13/06201
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920688:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:394, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:13, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2015
- Wetingang
Essentie
Vaststellingsovereenkomst. Voortbouwende overeenkomst. Dexia-aanbod.
Is de belegger aan aanvaarding ‘Dexia Aanbod’ gebonden als nadien effectenleaseovereenkomst op grond van art. 1:88 en 1:89 BW is vernietigd? Wat is de aard en het karakter van een vaststellingsovereenkomst ex art. 7:900 BW?
Samenvatting
Eisers waren tussen 1992 en 2004 met elkaar gehuwd. Varde is de rechtsopvolgster onder bijzondere titel van Dexia, die op haar beurt de rechtsopvolgster onder algemene titel is van Bank Labouchère N.V. Eiseres 1 heeft op 17 maart 2000 met Labouchère een overeenkomst van effectenlease gesloten. Haar toenmalige echtgenoot (eiser 2) heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.