Rb. Arnhem, 22-07-2009, nr. 184170 / HA ZA 09-755
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6230
- Instantie
Rechtbank Arnhem
- Datum
22-07-2009
- Magistraten
Mr. D.T. Boks
- Zaaknummer
184170 / HA ZA 09-755
- LJN
BJ6230
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6230, Uitspraak, Rechtbank Arnhem, 22‑07‑2009; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
AR-Updates.nl 2009-0655
VAAN-AR-Updates.nl 2009-0655
Uitspraak 22‑07‑2009
Inhoudsindicatie
Mr. D.T. Boks
Partij(en)
in de zaak van
de vereniging
VERENIGING VAN INTERNATIONALE ARBEIDSBEMIDDELAARS,
gevestigd te Tilburg,
eiseres in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. D.A.M. Lagarrigue te Eindhoven,
tegen
- 1.
de vereniging
DE INTERNETVAKBOND,
gevestigd te Culemborg,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
- 2.
de vereniging
DE UNIE, VAKBOND VOOR INDUSTRIE EN DIENSTVERLENING,
gevestigd te Culemborg,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
- 3.
[ged.3hfdz./verw.3 inc.]N,
wonende te [woonplaats],
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
niet verschenen,
- 4.
[ged.4hfdz./verw.4inc.],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
niet verschenen.
Eiseres zal hierna VIA en gedaagden zullen hierna, tezamen, de Internetvakbond genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- —
de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot inzage ex artikel 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
- —
de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
Kern van het geschil
2.1.
VIA vordert primair dat haar (volledige) inzage wordt verleend in de in de dagvaarding onder 56 nader genoemde bescheiden waarop conservatoir bewijsbeslag is gelegd. Subsidiair vordert zij dat een deskundige wordt benoemd die aan de hand van de bescheiden waarop het bewijsbeslag is gelegd een onderzoek zal instellen terzake de leden van de Internetvakbond alsmede de ledenraadpleging en de gang van zaken hieromtrent.
2.2.
Volgens VIA is de Internetvakbond toerekenbaar tekort geschoten en/of heeft zij onrechtmatig jegens VIA gehandeld door haar afspraken met betrekking tot de aanmelding en raadpleging van de leden niet na te komen waardoor er geen CAO tot stand heeft kunnen komen met de Internetvakbond en niet kon worden verzocht om dispensatie van de algemeen verbindend te verklaren ABU-CAO voor de uitzendbranche.
VIA heeft gesteld dat zij voldoet aan de drie cumulatieve voorwaarden voor toewijzing van een vordering tot inzage op basis van artikel 843a Rv.
2.3.
De Internetvakbond heeft de primaire vordering tot inzage in de genoemde bescheiden betwist. Zij heeft naar voren gebracht dat er sprake is van gewichtige redenen in de zin van artikel 843a lid 4 Rv. Het verlenen van inzage in de ledenadministratie zou een schending van de wettelijke geheimhoudingsplicht van artikel 12 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) betekenen. Verder heeft zij gesteld dat een behoorlijke rechtspleging ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd aangezien het bewijs van de gestelde feiten ook in het kader van een getuigenverhoor kan worden verkregen.
Indien er wel inzage moet worden verleend, heeft de Internetvakbond geen bezwaar tegen de subsidiair voorgestelde werkwijze tot benoeming van een deskundige waarbij zij wel de vertrouwelijkheid van de gegevens gewaarborgd wil zien.
Vordering ex artikel 843a Rv
2.4.
Het gaat hier om een vordering in de zin van artikel 843a Rv. Op grond van het eerste lid van het artikel kan hij die daarbij rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorganger partij is, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Hij die uit hoofde van zijn ambt, beroep, of betrekking tot geheimhouding verplicht is, is niet gehouden aan deze vordering te voldoen, indien de bescheiden uitsluitend uit dien hoofde te zijner beschikking staan of onder zijn berusting zijn, aldus het derde lid van het artikel. Het vierde lid bepaalt, ten slotte, dat degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, niet gehouden is aan deze vordering te voldoen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, alsmede indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.
2.5.
Bij de beoordeling van het geschil staat voorop dat als niet betwist vaststaat dat VIA een rechtmatig belang heeft bij inzage. Zij zal in de hoofdzaak gemotiveerd moeten stellen en bij voldoende gemotiveerde betwisting moeten bewijzen dat de Internetvakbond toerekenbaar tekort is geschoten en/of onrechtmatig heeft gehandeld jegens VIA. De in beslag genomen gegevens kunnen daarbij van belang zijn dan wel kunnen het nodige licht op de zaak werpen. Aan de hand van de stukken waarop bewijsbeslag is gelegd, kan worden opgehelderd wie de Internetvakbond als leden heeft aangemerkt alsmede op welke wijze de ledenraadpleging heeft plaatsgevonden.
2.6.
Als niet betwist staat verder vast dat inzage is gevraagd in bepaalde, met name genoemde bescheiden en dat deze bescheiden een rechtsbetrekking betreffen waarbij VIA partij is. Indien er sprake is van een toerekenbare tekortkoming van de Internetvakbond in de nakoming van de afspraken met VIA is daarmee de rechtsbetrekking gegeven. Ook een rechtbetrekking uit onrechtmatige daad ontstaan, is een rechtsbetrekking in de zin van artikel 843a Rv.
2.7.
Dat brengt mee dat VIA in beginsel een recht op inzage heeft in de genoemde bescheiden. De vraag die vervolgens voorligt is dan of er niet een gewichtige reden is waarom de Internetvakbond niet aan de verplichting tot inzage behoeft te voldoen dan wel of een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens kan worden verlangd.
Gewichtige reden
2.8.
Niet zonder meer kan worden geconcludeerd dat de geheimhoudingsverplichting ex artikel 12 Wbp een gewichtige reden in de zin van het vierde lid van artikel 843a Rv oplevert. Volgens de wetsgeschiedenis is bij gewichtige reden immers vooral gedacht aan vertrouwelijke gegevens, zoals die met betrekking tot seksuele geaardheid, medische status of financiële positie. Het gaat in dit geschil echter slechts om de ledenadministratie van de Internetvakbond en de wijze waarop de ledenraadpleging heeft plaatsgevonden, hetgeen volgens VIA op onzorgvuldige wijze heeft plaats gehad.
Bij de beoordeling dient verder te worden meegenomen dat inzage in de gevraagde informatie van groot belang is voor de afloop van de procedure. Het feit dat de desbetreffende informatie eventueel vertrouwelijk is, dient daartegen te worden afgewogen. Het recht op bescherming van persoonsgegevens is immers geen absoluut recht en het enkele gegeven dat potentiële leden terughoudend zouden kunnen worden met het aanmelden als lid omdat hun lidmaatschap anders wellicht bekend wordt aan derden prevaleert dan ook niet zonder meer boven het belang van VIA om gemotiveerd te kunnen stellen en zo nodig te bewijzen dat afspraken met betrekking tot het inschrijven van nieuwe leden en het raadplegen van die leden door de Internetvakbond zijn geschonden.
De rechtbank is van oordeel dat het belang van VIA in dit geval zwaarder dient te wegen, te meer nu VIA juist in het belang van die leden van de Internetvakbond een CAO wenste af te sluiten en de aanbreng van leden en de ledenraadpleging in dat kader gestalte dienden te krijgen.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat niet kan worden geoordeeld dat er sprake is van gewichtige redenen aan de zijde van de Internetvakbond die in de weg staan aan het recht op inzage van VIA.
Behoorlijke rechtsbedeling zonder inzage
2.9.
Ten slotte heeft de Internetvakbond een beroep gedaan op het bepaalde in het vierde lid van artikel 843a Rv door te stellen dat een behoorlijke rechtsbedeling voor VIA ook zonder de onderhavige vordering gewaarborgd is, nu VIA andere, minder bezwaarlijke middelen ten dienste staan om aan de noodzakelijke informatie te komen. De Internetvakbond stelt in dat kader dat VIA in elk geval diverse personen kan laten getuigen.
Dit verweer faalt. De door de Internetvakbond voorgestelde middelen nemen veel tijd in beslag en zijn niet altijd even betrouwbaar en volledig als de schriftelijke informatie die de Internetvakbond kan geven. Getuigenverhoren kunnen ook nauwelijks ‘minder bezwaarlijk’ worden genoemd in vergelijking tot inzage in bescheiden.
Voor zover de Internetvakbond van mening is dat een deskundigenonderzoek ook mogelijk en minder bezwarend is wordt nog overwogen dat deskundigenonderzoeken kostbaar zijn en tijdrovend en dat het uit oogpunt van een goede procesorde in beginsel de voorkeur verdient om — indien het bewijs ook door middel van inzage in bescheiden kan worden geleverd — het gelasten van een deskundigenonderzoek te voorkomen. Bovendien kan een deskundigenonderzoek ook in die zin niet gelijkgesteld worden met de primair verlangde toegang tot de inhoud van stukken, dat VIA in beginsel geen recht heeft op inzage in bescheiden waarover de deskundige in het kader van zijn onderzoek kan beschikken.
Inzage
2.10.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat primaire vordering van VIA voor toewijzing gereed ligt.
De subsidiaire vordering behoeft verder geen bespreking.
Kosten
2.11.
De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
3. De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1.
veroordeelt de Internetvakbond om aan VIA (volledige) inzage te verlenen in de bescheiden waarop op 24 februari 2009 conservatoir bewijsbeslag is gelegd,
3.2.
houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
3.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 2 september 2009 voor conclusie van antwoord .
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2009.