BR 2016/82
Intrekking omgevingsvergunning, belangenafweging
ABRvS 13-07-2016, ECLI:NL:RVS:2016:1917, m.nt. J.A. Mohuddy
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
13 juli 2016
- Magistraten
Mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- Zaaknummer
201504155/1/A1
- Noot
J.A. Mohuddy
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924591:1
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Omgevingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:1917, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 13‑07‑2016
- Wetingang
(Art. 2.33, tweede lid, aanhef en onder a, Wabo)
Essentie
Intrekking omgevingsvergunning, belangenafweging
Samenvatting
Voor intrekking van een omgevingsvergunning voor het bouwen op grond van artikel 2.33, tweede lid, aanhef en onder a van de Wabo is niet noodzakelijk dat de 26 weken direct voorafgaan aan het intrekkingsbesluit. Het feit dat de vergunninghouder niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op korte termijn de vergunning zal gebruiken, is een belang dat moet worden afgewogen tegen andere belangen om tot intrekking van de omgevingsvergunningen te kunnen komen.
Partij(en)
Uitspraak op de hoger beroepen van:
- 1.
het college van burgemeester en wethouders van Haaren,
- 2.
[appellante sub 2A], [appellant ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.