Rb. Rotterdam, 06-10-2015, nr. C/10/468859 / HA RK 15-76
ECLI:NL:RBROT:2015:7203
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
06-10-2015
- Zaaknummer
C/10/468859 / HA RK 15-76
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2015:7203, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 06‑10‑2015; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
art. 18 Burgerlijk Wetboek Boek 2
- Vindplaatsen
AR 2015/2265
AR 2016/730
JOR 2016/55 met annotatie van mr. J.M. Blanco Fernández
OR-Updates.nl 2015-0399
Uitspraak 06‑10‑2015
Partij(en)
beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Team haven en handel
zaaknummer / rekestnummer: C/10/468859 / HA RK 15-76
Beschikking van 6 oktober 2015
in de zaak van
de stichting
STICHTING TOT HULPVERLENING IN BIJZONDERE NODEN DER GEREFORMEERDE GEMEENTEN,
gevestigd te Rotterdam,
verzoekster,
te dezen vertegenwoordigd door:
de heer [verzoeker 1] , wonende te [woonplaats 1] ,
de heer [verzoeker 2] , wonende te [woonplaats 1] ,
de heer [verzoeker 3] , wonende te [woonplaats 2] ,
de heer [verzoeker 4] , wonende te [woonplaats 3] ,
de heer [verzoeker 5] , wonende te [woonplaats 4] ,
de heer [verzoeker 6] , wonende te [woonplaats 4] ,
de heer [verzoeker 7] , wonende te [woonplaats 5] ,
de heer [verzoeker 8] , wonende te [woonplaats 6] ,
de heer [verzoeker 9] , wonende te [woonplaats 7] ,
de heer [verzoeker 10] , wonende te [woonplaats 8] ,
de heer [verzoeker 11] , wonende te [woonplaats 9] ,
de heer [verzoeker 12] , wonende te [woonplaats 10] ,
advocaat mr. J. Verhoeven.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het verzoekschrift van 28 januari 2015, met producties;
- -
het schrijven van mr. J. Verhoeven van 19 augustus 2015, met producties;
- -
de mondelinge behandeling van 25 augustus 2015.
1.2.
Ter mondelinge behandeling zijn verschenen:
- -
mr. B.A. Sturm namens verzoekster;
- -
de heer [verzoeker 6] , bestuurslid van verzoekster.
1.3.
Ten slotte is de beschikking bepaald op 6 oktober 2015.
2. De feiten
2.1.
Op 13 september 1982 is de stichting Stichting tot Hulpverlening in Bijzondere Noden der Gereformeerde Gemeenten, statutair gevestigd te Rotterdam, (hierna te noemen: de Stichting) opgericht.
2.2.
De statuten luiden als volgt:
(…)
Artikel 2
a. De stichting gaat uit van Deputaten voor Bijzondere Noden aangewezen door de Generale Synode der Gereformeerde Gemeenten en stelt zich ten doel:
hulpverlening in de meest ruimste zin van het woord overeenkomstig de verstrekte of te verstrekken mandaten van de Generale Synode der Gereformeerde Gemeenten.
Bij haar arbeid laat zij zich leiden door de Heilige Schrift en aanvaardt als daarop gegrond de Drie Formulieren van Enigheid, zoals die zijn vastgesteld op de Nationale Synode gehouden te Dordrecht in de jaren zestienhonderd achttien en zestienhonderd negentien.
De stichting beoogt niet het maken van winst.
Artikel 3
a. De stichting wordt bestuurd door een bestuur.
Het bestuur wordt gevormd door diegenen, welke door de Generale Synode der Gereformeerde Gemeenten zijn aangewezen als lid van het Deputaatschap voor Bijzondere Noden, met dien verstande dat het lidmaatschap van het bestuur aanvangt met het aanvangen van het lid zijn van gemeld Deputaatschap en het lidmaatschap van het bestuur eindigt met het ophouden van het lid zijn van gemeld Deputaatschap.
De funktie’s van de leden van het bestuur zijn gelijk aan de funktie’s welke zij hebben in gemeld Deputaatschap.
Het bestuur bepaalt het beleid der stichting, voert het beheer der stichting en is bij uitsluiting bevoegd voor de stichting te handelen, met dien verstande dat alleen de ondertekening door de voorzitter en de secretaris der stichting tegenover derde bindt.
(…)
2.3.
Op 18 september 2013 heeft de Generale Synode besloten om de Stichting te erkennen als zelfstandig onderdeel van het Kerkgenootschap.
2.4.
Bij besluit van 27 november 2014 heeft het bestuur van de Stichting besloten om de rechtsvorm van de Stichting om te zetten in een zelfstandig onderdeel van het Kerkgenootschap alsmede om de statuten te wijzigen.
3. Het verzoek
3.1.
Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een machtiging tot omzetting van de Stichting in een zelfstandig onderdeel van het Kerkgenootschap de Gereformeerde Gemeenten. Bij het verzoekschrift zijn overgelegd:
- -
afschriften van de thans geldende statuten van de Stichting,
- -
een uittreksel uit het handelsregister van de Stichting,
- -
een afschrift van het bestuursbesluit van de Stichting van 27 november 2014,
- -
een uittreksel uit het kerkelijk statuut van de Gereformeerde Gemeenten,
- -
een uittreksel uit het handelsregister van de Kerkgenootschap Gereformeerde Gemeenten,een kopie van het voorstel en het besluit genomen op de Generale Synode van 18 september 2013,
- -
de notariële ontwerp-akte van omzetting versie 9 januari 2015 met dossiernummer [dossiernummer] ,
- -
de notariële ontwerp-akte van omzetting versie 18 november 2014 met dossiernummer [dossiernummer] .
3.2.
In het verzoekschrift en ter mondelinge behandeling is onder meer het volgende aangevoerd.
Het kerkgenootschap de Gereformeerde Gemeenten (hierna: het Kerkgenootschap) bestaat sinds 1907 en bezit conform artikel 2:2 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) als zodanig rechtspersoonlijkheid. De Generale Synode is daarvan het hoogste orgaan. Dit orgaan komt één maal in de drie jaar bijeen en stelt het beleid vast. De Generale Synode heeft volgens het Kerkelijk Statuut van de Gereformeerde Gemeenten, zoals aangevuld conform besluit van de Generale Synode van 31 januari 2008 en 27 maart 2008 en op basis van artikel 2:2 lid 1 BW de mogelijkheid en de bevoegdheid om bestaande deputaatschappen als zelfstandige onderdelen met rechtspersoonlijkheid te erkennen. Deze bevoegdheid is verwoord in het – aangevulde – artikel 49 van het Kerkelijk Statuut.
De Generale Synode heeft in haar vergadering van 18 september 2013 besloten het Deputaatschap tot Hulpverlening in Bijzondere Noden der Gereformeerde Gemeenten te erkennen als zelfstandig onderdeel van het kerkgenootschap. Voorts heeft de Generale Synode mandaat verleend aan het Deputaatschap Vertegenwoordiging en Voorlichting. Ingevolge dat mandaat zijn de nieuwe statuten van het Deputaatschap tot Hulpverlening in Bijzondere Noden der Gereformeerde Gemeenten goedgekeurd. In dit Deputaatschap en de Stichting zijn dezelfde mensen werkzaam. Men verricht werkzaamheden in het Deputaatschap, terwijl het verrichten van rechtshandelingen door de Stichting geschiedt. Dit is niet praktisch. Voorts is het onwenselijk dat het bestuur van de Stichting alle handelingsvrijheid heeft terwijl de Generale Synode hier geen zeggenschap over heeft. In de Stichting gaat het om een geldstroom van omstreeks 2 miljoen euro per jaar. Het Kerkgenootschap gaat hier zorgvuldig mee om, alle inkomende gelden zijn afkomstig van leden van de kerk. De reden dat destijds is gekozen voor de rechtsvorm van een stichting is niet bekend. Het is wenselijk om de Stichting om te zetten in een zelfstandig onderdeel van het Kerkgenootschap.
4. De beoordeling
4.1.
Ingevolge artikel 2:18 BW kan een rechtspersoon zich met inachtneming van de overige leden van dit artikel omzetten in een andere in artikel 2:3 BW genoemde rechtspersoon. Uit de parlementaire geschiedenis valt niet duidelijk af te leiden of de wetgever heeft beoogd artikel 2:18 BW ook van toepassing te doen zijn op de omzetting van privaatrechtelijke rechtspersoon naar een zelfstandig onderdeel van een kerkelijk rechtspersoon en omgekeerd. Krachtens inmiddels geldende jurisprudentie is de rechtbank van oordeel dat naar analogie van artikel 2:18 BW omzetting van een stichting in een zelfstandig onderdeel van een kerkgenootschap mogelijk is. In de onderhavige zaak is van belang vast te stellen of de Stichting bij omzetting als zelfstandig onderdeel van een kerkgenootschap kan worden aangemerkt. Een kerkgenootschap stelt zich de gemeenschappelijke godsverering van de leden op de grondslag van gemeenschappelijke godsdienstige opvattingen ten doel. Kerkgenootschappen worden vanwege de scheiding tussen kerk en staat geregeerd door het kerkelijk statuut. In het onderhavige Kerkgenootschap is het kerkelijk statuut neergelegd in “De Dordtse Kerkorde” (2007) en de publicatie “In goede orde” (2008). Uit het statuut en de daarop gebaseerde besluitvorming van het Kerkgenootschap kan worden afgeleid dat de Stichting na omzetting kan worden aangemerkt als een zelfstandig onderdeel van het Kerkgenootschap en dat het wordt geregeerd door het statuut van het Kerkgenootschap.
4.2.
Uit de stukken is gebleken dat het bestuur van de Stichting met inachtneming van de op omzetting van overeenkomstige toepassing zijnde wettelijke en statutaire regels tot omzetting en statutenwijziging heeft besloten. Met name is voldaan aan de in artikel 2:18 BW opgenomen vereisten voor omzetting van een stichting. De zogenoemde vermogensklem als bedoeld in lid 6 van dit artikel is neergelegd in de bepalingen vermeld onder het kopje “vermogen” van de nieuwe statuten. Van enige aanleiding om de machtiging te weigeren is niet gebleken. Gelet hierop zal het verzoek worden toegewezen. De rechtbank acht termen aanwezig om te bepalen dat de omzetting vóór 1 mei 2016 dient plaats te vinden.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
verleent verzoekster machtiging tot omzetting van zichzelf in een zelfstandig onderdeel van het kerkgenootschap de Gereformeerde Gemeenten, gevestigd te Rotterdam, overeenkomstig het overgelegde ontwerp van de akte van omzetting en statutenwijziging, zoals aan deze beschikking is gehecht en die de naam zal dragen: “Deputaatschap tot Hulpverlening in Bijzondere Noden der Gereformeerde Gemeenten”;
5.2.
bepaalt dat deze rechtspersoon wordt geregeerd door het statuut van het Kerkgenootschap de Gereformeerde Gemeenten;
5.3.
bepaalt dat voornoemde omzetting vóór 1 mei 2016 moet plaatsvinden;
5.4.
verstaat dat de rechtspersoon opgave doet van de omzetting ter inschrijving als bedoeld in artikel 2:18 BW.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.M.E. van der Hoeven, mr. Th. Veling en mr. A.A. Muilwijk-Schaaij en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2015.
2130/39/2053/1980