Einde inhoudsopgave
Overeenkomst, opgesteld op grond van Artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen
Artikel 6 Samenwerking
Geldend
Geldend vanaf 17-10-2002
- Bronpublicatie:
26-07-1995, Trb. 1995, 289 (uitgifte: 21-12-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-10-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2002, Trb. 2002, 174 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
Wanneer twee of meer Lid-Staten betrokken zijn bij een strafbaar gestelde fraude als omschreven in artikel 1, werken deze Lid-Staten doeltreffend samen bij het onderzoek, de vervolging en de bestraffing van het strafbaar feit, bijvoorbeeld door middel van wederzijdse rechtshulp, uitlevering, overdracht van strafvervolging of tenuitvoerlegging van in een andere Lid-Staat gewezen rechterlijke beslissingen.
2.
Wanneer meer dan één Lid-Staat bevoegd is en elk van hen ter zake van dezelfde feiten een vervolging kan instellen, bepalen de betrokken Lid-Staten in onderling overleg wie van hen de dader of daders zal vervolgen, met het doel de vervolging zo mogelijk in één Lid-Staat te centraliseren.