Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit accijns
Artikel 39
Geldend
Geldend vanaf 24-05-2016. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-05-2016
- Bronpublicatie:
04-05-2016, Stb. 2016, 184 (uitgifte: 23-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-05-2016, terugwerkend tot: 01-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-05-2016, Stb. 2016, 184 (uitgifte: 23-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
1.
De opslagruimte van een particulier douane-entrepot als bedoeld in artikel 240, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie kan voor de opslag van accijnsgoederen als accijnsgoederenplaats worden aangewezen.
2.
Uit de administratie van de vergunninghouder voor de accijnsgoederenplaats en voor een douane-entrepot als bedoelde in het eerste lid, blijkt op overzichtelijke wijze welke goederen in de accijnsgoederenplaats zijn opgeslagen en welke in het douane-entrepot.
3.
Met betrekking tot plaatsen waarvoor een vergunning is verleend als bedoeld in het eerste lid, wordt onder het in artikel 2a, derde lid, aanhef en onderdeel a, van de wet bedoelde brengen van accijnsgoederen vanuit het douane-entrepot naar een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoederen als zodanig is aangewezen, mede verstaan het in de administratie overboeken van de goederen van het douane-entrepot naar de accijnsgoederenplaats.
4.
Voor de in het derde lid bedoelde overbrengingen is geen e-AD vereist.