Einde inhoudsopgave
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 112 [Vorm en inhoud precontractuele informatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
12-10-2017, Stb. 2017, 400 (uitgifte: 27-10-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2017, Stb. 2017, 400 (uitgifte: 27-10-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
De informatie, bedoeld in artikel 4:33, eerste lid, van de wet, met betrekking tot andere vormen van krediet dan bedoeld in de artikelen 112a, 112b, 112d en 112e, wordt schriftelijk of op een andere duurzame drager verstrekt in de vorm van het in bijlage D bij dit besluit opgenomen formulier en bevat de in die bijlage bedoelde gegevens.
2.
De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt gebaseerd op de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie.
3.
De aanbieder of de bemiddelaar, indien de kredietovereenkomst tot stand is gekomen door tussenkomst van een bemiddelaar, anders dan als nevenactiviteit, verstrekt in aanvulling op de informatie, bedoeld in het eerste lid, de naam van de benchmark en de beheerder daarvan, alsmede de mogelijke gevolgen voor de consument, indien de kredietovereenkomst is afgesloten na 30 juni 2018 en een debetrentevoet gebruikt die is gebaseerd op een benchmark als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel 3, van de verordening financiële benchmarks.
4.
Informatie in aanvulling op de informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in een afzonderlijk document.
5.
Indien de overeenkomst op verzoek van de consument tot stand is gekomen met gebruikmaking van een techniek voor communicatie op afstand waardoor de in het eerste lid bedoelde informatie niet op de in dat lid voorgeschreven wijze voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst kan worden verstrekt, verstrekt de aanbieder de informatie onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst aan de consument.
6.
De aanbieder verstrekt aan de consument op zijn verzoek een kosteloos exemplaar van de ontwerpovereenkomst inzake krediet, tenzij de aanbieder op het tijdstip van het verzoek niet voornemens is de overeenkomst met de consument aan te gaan.
7.
Ten aanzien van een overeenkomst inzake krediet waarbij de betalingen door de consument niet tot een directe overeenkomstige aflossing van het totale kredietbedrag leiden, maar dienen om, gedurende de periodes en onder de voorwaarden die in de overeenkomst inzake krediet of in een nevenovereenkomst zijn vastgesteld, kapitaal op te bouwen, bevat de op grond van het eerste lid te verstrekken informatie een duidelijke en beknopte vermelding dat de overeenkomst inzake krediet niet voorziet in een garantie tot aflossing van het totale uit hoofde van de overeenkomst opgenomen kredietbedrag, tenzij die garantie wordt gegeven.
8.
De aanbieder verstrekt de consument, teneinde deze in staat te stellen te beoordelen of de voorgestelde overeenkomst inzake krediet aan zijn behoeften en financiële situatie beantwoordt:
- a.
een passende toelichting op de informatie, bedoeld in het eerste lid;
- b.
de voornaamste kenmerken van het voorgestelde krediet,
- c.
indien van toepassing, informatie inzake het goed of de dienst, bedoeld in bijlage D, onderdeel 2, van dit besluit en van de verzekering of de rekening, bedoeld in onderdeel 3 van die bijlage;
- d.
de specifieke gevolgen van het krediet voor de consument, met inbegrip van de gevolgen indien de consument niet betaalt.
9.
Indien informatie als bedoeld in het eerste lid niet voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst op de in dat lid bedoelde wijze kan worden bepaald, wordt zij bepaald met toepassing van de desbetreffende hypothese, bedoeld in bijlage A, deel II.