NJ 2011/576
Oorlogsmisdrijven in Liberia. Verzoek OM om getuigen anoniem te horen onvoldoende gemotiveerd afgewezen.
HR 20-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK8132, m.nt. A.H. Klip
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 april 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/01322
- Conclusie
A-G Vegter
- Noot
A.H. Klip
- LJN
BK8132
- JCDI
JCDI:ADS96622:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK8132, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK8132, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑2010
- Wetingang
Essentie
Oorlogsmisdrijven in Liberia. De afwijzing van de vordering van de A-G tot verwijzing van de zaak naar de rechter-commissaris om twee getuigen anoniem te horen ex art. 226a Sv omdat de noodzaak niet is gebleken, is onvoldoende gemotiveerd. De grondslag voor de vordering deze getuigen te horen kan worden gevonden in art. 315 en 316 juncto art. 328 Sv, waarbij de maatstaf is of de noodzaak van hetgeen is gevorderd is gebleken. De omstandigheid dat het openbaar ministerie getuigen niet tijdig voor de terechtzitting heeft kunnen oproepen, kan meebrengen dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.