Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 2.38 Onderwijstijd
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Vwo omvat ten minste 5700 klokuren.
2.
Havo aan scholen voor havo omvat ten minste 4700 klokuren. Havo aan afdelingen van scholen voor mavo omvat ten minste 1700 klokuren.
3.
Mavo omvat ten minste 3700 klokuren.
4.
Vbo omvat ten minste 3700 klokuren.
5.
Het bevoegd gezag vult de klokuren in met activiteiten die worden verzorgd in een samenhangend onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag verzorgd onderwijsprogramma als bedoeld in de artikelen 2.14, 2.19, 2.20, tweede lid, en 2.23.
6.
In de eerste twee leerjaren samen worden ten minste 1425 klokuren onderwijs verzorgd, dat wordt gegeven op basis van:
- a.
alle kerndoelen; of
- b.
een samenstel van kerndoelen dat niet alle kerndoelen behoeft te omvatten, bij toepassing van artikel 2.42, derde lid, of artikel 2.103, achtste lid.
7.
Het praktijkonderwijs wordt zo ingericht dat de leerlingen per schooljaar ten minste 1000 klokuren praktijkonderwijs ontvangen. De leerlingen ontvangen per dag ten hoogste 5,5 klokuren praktijkonderwijs, voor aangepast theoretisch onderwijs, persoonlijkheidsvorming en het aanleren van sociale vaardigheden.
8.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het aantal klokuren dat het onderwijs in de praktijk van de uitoefening van een vak of beroep in het kader van het praktijkonderwijs in een schoolweek ten hoogste omvat.
9.
Het buitenschools praktijkgedeelte van een leer-werktraject omvat ten minste 640 klokuren, verzorgd in 80 dagen, en ten hoogste 1280 klokuren, verzorgd in 160 dagen, van de gezamenlijke onderwijstijd van het derde en vierde leerjaar.
10.
Het bevoegd gezag beschikt over geordende gegevens over de invulling van de klokuren met activiteiten, bedoeld in het vijfde lid, en over de spreiding van deze klokuren over de verschillende leerjaren of jaren van de opleiding.
11.
De inspectie kan op verzoek van het bevoegd gezag ermee instemmen dat om lichamelijke of psychische redenen voor individuele leerlingen wordt afgeweken van het eerste, tweede, derde of vierde lid.