RI 2018/54
Zijn vorderingen die ontstaan na faillissement of tijdens voorafgaande surseance van betaling verifieerbaar?
HR 23-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:424
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 maart 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/01478
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928748:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:424, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1593, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Fixatiebeginsel. Verificatie. Prejudiciële vragen.
Zijn vorderingen die ontstaan na faillissement of gedurende een daaraan voorafgaande surseance van betaling verifieerbaar?
Samenvatting
CS verstrekte kredieten aan OSX. In de kredietovereenkomsten staat dat OSX in geval van een event of default gehouden is tot vergoeding van de kosten van advocaten die CS naar aanleiding daarvan maakt. Er was sprake van een event of default. Na een korte periode waarin aan OSX voorlopige surseance van betaling was verleend, werd OSX failliet verklaard. CS stelt dat haar vorderingen voor kosten van rechtsbijstand die werden gemaakt vanaf de datum van de voorlopige surseance van betaling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.