Einde inhoudsopgave
Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010
Artikel 5.1.3.11 Verbodsbepaling IBC-bouwstoffen, verontreinigde grond en baggerspecie
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2010
- Bronpublicatie:
05-02-2010, Provinciaal blad van Noord-Brabant 2010, 30 (uitgifte: 24-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Provinciaal blad van Noord-Brabant 2010, 30 (uitgifte: 24-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Het is verboden in een grondwaterbeschermingsgebied IBC-bouwstof toe te passen.
2.
Het is verboden in een grondwaterbeschermingsgebied grond of baggerspecie toe te passen.
3.
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor de toepassing van grond of baggerspecie:
- a.
op of in de bodem: indien de kwaliteit van de grond of baggerspecie
- 1°
de achtergrondwaarde niet overschrijdt, dan wel
- 2°
de maximale waarden van de kwaliteitsklasse wonen niet
overschrijdt, de kwaliteit van de ontvangende bodem gelijk is aan of slechter is dan de kwaliteitsklasse wonen en de grond of baggerspecie uit het grondwaterbeschermingsgebied afkomstig is;
- b.
in oppervlaktewater: indien de kwaliteit van de grond of baggerspecie
- 1°
de achtergrondwaarde niet overschrijdt, dan wel
- 2°
de maximale waarden van de kwaliteitsklasse A niet overschrijdt, de kwaliteit van de ontvangende waterbodem gelijk is aan of slechter is dan de kwaliteitsklasse A en de grond of baggerspecie uit het grondwaterbeschermingsgebied afkomstig is;
- c.
bij toepassing in een omvang van meer dan 5000 m3 indien door de wijze van toepassing en de te treffen bodembeschermende voorzieningen en maatregelen de risico's op verontreiniging van het grondwater voor de betreffende drinkwaterwinning niet toenemen, de grond of baggerspecie uit het grondwaterbeschermingsgebied afkomstig is en de kwaliteit van de grond of baggerspecie:
- 1°
bij een toepassing op of in de bodem de maximale waarden van de kwaliteitsklasse wonen niet overschrijdt;
- 2°
bij een toepassing in oppervlaktewater de maximale waarden van de kwaliteitsklasse A niet overschrijdt;
- d.
voor zover het betreft baggerspecie die vrijkomt bij regulier onderhoud van watergangen: op het aangrenzend perceel, met het oog op het herstellen of verbeteren van die percelen.
4.
Van het voornemen tot een toepassing als bedoeld in het derde lid, onder c, doet degene die de activiteit onderneemt een melding. De melding bevat de resultaten van locatiespecifiek onderzoek op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de risico's op verontreiniging van het grondwater voor de betreffende drinkwaterwinning niet toenemen.
5.
Ten aanzien van de melding als bedoeld in het vierde lid, is artikel 5.1.5.3 van toepassing.