Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden en zieken, zich bevindende bij de strijdkrachten te velde, van 12 Augustus 1949
Artikel 37
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 72 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 72 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De hospitaalvliegtuigen van de Partijen bij het conflict mogen, behoudens het bepaalde in het tweede lid, over het grondgebied van onzijdige Mogendheden vliegen, daarop in geval van nood landen of een tussenlanding maken. Zij moeten de onzijdige Mogendheden tevoren in kennis stellen met hun vlucht over het betrokken grondgebied en aan iedere sommatie om te landen of op het water neer te strijken gevolg geven. Zij mogen niet worden aangevallen zolang zij vliegen op hoogten, op tijden en volgens routes, zoals deze uitdrukkelijk bij overeenkomst tussen de Partijen bij het conflict en de betrokken onzijdige Mogendheden zijn vastgesteld.
2.
De onzijdige Mogendheden kunnen echter aan het overvliegen van of het landen op haar grondgebied door hospitaalvliegtuigen voorwaarden of beperkingen verbinden. Zodanige voorwaarden of beperkingen zullen ten aanzien van alle Partijen bij het conflict gelijkelijk worden toegepast.
3.
Tenzij tussen de onzijdige Staat en de Partijen bij het conflict anders is overeengekomen, moeten de gewonden en zieken die met toestemming van de plaatselijke autoriteiten door een hospitaalvliegtuig op onzijdig gebied worden ontscheept, in de gevallen waarin het internationale recht zulks voorschrijft, op zodanige wijze door de onzijdige Staat worden bewaakt, dat zij niet opnieuw aan de krijgsverrichtingen kunnen deelnemen. De hospitaal- en interneringskosten zullen worden gedragen door de Mogendheid tot welke de gewonden en zieken behoren.