Reisregeling Rijksambtenaren BES
Artikel 2 Begin en eind van de dienstreis
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2018
- Bronpublicatie:
16-08-2018, Stcrt. 2018, 44582 (uitgifte: 31-08-2018, regelingnummer: 2018-0000665017)
- Inwerkingtreding
01-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2018, Stcrt. 2018, 44582 (uitgifte: 31-08-2018, regelingnummer: 2018-0000665017)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Vergoeding
1.
Het beginpunt en het eindpunt van de dienstreis wordt bepaald door het bevoegd gezag.
2.
Als de dienst het toelaat, kan het bevoegd gezag op schriftelijk verzoek en voordat de dienstreis is aangevangen verlenging van een dienstreis tot ten hoogste 72 uur voor privédoeleinden toestaan. Voor zover deze uren onder de werktijden van de ambtenaar vallen, worden deze in mindering gebracht op het aantal vakantie-uren waarop hij ingevolge artikel 8 van het Besluit vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren BES of hoofdstuk IV van het Besluit rechtspositie korps politie BES aanspraak heeft. De ambtenaar draagt zelf de meerkosten die aan de verlenging van de dienstreis en het verblijf verbonden zijn. Besparingen als gevolg van de verlenging komen ten goede aan de staat.