Einde inhoudsopgave
Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken
Artikel 2 [Preventie van graafschade]
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2018
- Bronpublicatie:
21-02-2018, Stb. 2018, 73 (uitgifte: 16-03-2018, kamerstukken: 34739)
- Inwerkingtreding
31-03-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2018, Stb. 2018, 90 (uitgifte: 30-03-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Informatierecht / Bijzondere onderwerpen
Informatierecht / ICT
1.
De opdrachtgever draagt er zorg voor dat de graafwerkzaamheden waartoe hij opdracht geeft, op zorgvuldige wijze kunnen worden verricht.
2.
De grondroerder verricht de graafwerkzaamheden op zorgvuldige wijze.
3.
Ter uitvoering van het tweede lid zorgt de grondroerder ten minste dat:
- a.
vóór aanvang van de graafwerkzaamheden een graafmelding is gedaan,
- b.
onderzoek is verricht naar de precieze ligging van onderdelen van netten op de graaflocatie, en
- c.
op de graaflocatie de van de Dienst ontvangen gebiedsinformatie aanwezig is.