NJ 2014/312
Cassatie in het belang der wet: dadelijke uitvoerbaarheid cfm. art. 14e Sr is ook van toepassing op vóór invoering nieuw art. 14e Sr gepleegde feiten.
HR 27-08-2013, ECLI:NL:HR:2013:493, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 augustus 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/03087
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
B.F. Keulen
- JCDI
JCDI:ADS97074:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:493, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑08‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:9, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑2013
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Art. 14e Sr voorziet in de mogelijkheid te bevelen dat de op grond van art. 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van art. 14d Sr uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn. De invoering van deze regeling kan dus niet worden aangemerkt als een wijziging van wetgeving ten aanzien van de strafbaarstelling of de strafbedreiging. Nu voorts toepassing van art. 14e Sr geen wijziging brengt in de aard en maximale duur van de mogelijk ten uitvoer te leggen straf, is onmiddellijke toepassing van deze bepaling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.