Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (‘EOM’)
Artikel 92 Vaststelling van de begroting
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2017
- Bronpublicatie:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Inwerkingtreding
20-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Elk jaar stelt de Europees hoofdaanklager een voorlopige ontwerpraming op van de ontvangsten en uitgaven van het EOM voor het volgende begrotingsjaar, op basis van een voorstel dat is opgesteld door de administratief directeur. De Europees hoofdaanklager zendt de voorlopige ontwerpraming ter goedkeuring aan het college.
2.
De voorlopige ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van het EOM wordt elk jaar uiterlijk 31 januari aan de Commissie toegezonden. Het EOM zendt de Commissie elk jaar uiterlijk 31 maart een definitieve ontwerpraming toe, die tevens een ontwerp van personeelsformatie bevat.
3.
De Commissie zendt de raming, samen met het ontwerp van algemene begroting van de Unie, toe aan het Europees Parlement en de Raad (de begrotingsautoriteit).
4.
Op basis van de raming neemt de Commissie de geraamde bedragen die zij nodig acht voor de personeelsformatie alsook de bijdrage ten laste van de algemene begroting op in het ontwerp van algemene begroting van de Unie, dat zij overeenkomstig de artikelen 313 en 314 VWEU voorlegt aan de begrotingsautoriteit.
5.
De begrotingsautoriteit keurt de kredieten voor de bijdrage uit de algemene begroting van de Unie aan het EOM goed.
6.
De begrotingsautoriteit stelt de personeelsformatie van het EOM vast.
7.
Het college stelt op voorstel van de Europees hoofdaanklager de begroting van het EOM vast. De begroting wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie. Indien nodig wordt de begroting aangepast volgens dezelfde procedure als voor de vaststelling van de oorspronkelijke begroting.
8.
Op bouwprojecten die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de begroting van het EOM, zijn de bepalingen van artikel 88 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 (1) van de Commissie van toepassing.
Voetnoten
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).