Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake de export en handhaving van sociale-verzekeringsuitkeringen
Artikel 6 Identificatie
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2002
- Bronpublicatie:
17-08-2001, Trb. 2001, 161 (uitgifte: 01-10-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2002, Trb. 2002, 210 (uitgifte: 29-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Vrij verkeer
1.
Bij iedere aanvraag of verificatie van een lopende uitkering dient de uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid zich te identificeren.
2.
Identificatie geschiedt door middel van een paspoort of een ander officieel identiteitsbewijs.
3.
De Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging of, in voorkomend geval, een instantie bedoeld in artikel 5, vijfde lid, identificeert de uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid.
4.
De Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging of, in voorkomend geval, een instantie bedoeld in artikel 5, vijfde lid, stelt het bevoegde orgaan in kennis dat de identiteit naar behoren is vastgesteld onder toezending van een gewaarmerkt afschrift van het paspoort of identiteitsbewijs.
5.
Het Nederlandse bevoegde orgaan stelt aan de hand van de identificatie het recht op uitkering of de rechtmatigheid van de betaling vast.