Einde inhoudsopgave
Besluit luchtvaartuigen 2008
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 20-02-2024
- Bronpublicatie:
01-02-2024, Stb. 2024, 26 (uitgifte: 19-02-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-02-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-2024, Stb. 2024, 26 (uitgifte: 19-02-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister geeft op aanvraag van de houder van een nieuw luchtvaartuig een export-BvL af:
- a.
op grond van een internationale overeenkomst of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie aangaande de wederzijdse erkenning van af te geven export-BvL's, of
- b.
indien de staat van invoer met betrekking tot het desbetreffende luchtvaartuig heeft aangegeven in te stemmen met de erkenning van een daartoe af te geven export-BvL, en
- 1°
het luchtvaartuig voldoet aan een type-ontwerp dat acceptabel is voor de bevoegde autoriteit van de staat van invoer,
- 2°
het luchtvaartuig voldoet aan de aanvullende eisen voor invoer die de bevoegde autoriteit van de staat van invoer stelt,
- 3°
het luchtvaartuig is geproduceerd door een houder van een POA, dan wel door degene die een akkoordverklaring heeft verkregen,
- 4°
de bij ministeriële regeling vereiste documentatie is overgelegd,
- 5°
het luchtvaartuig is geïdentificeerd overeenkomstig Part 21, section A, subpart Q, van verordening (EU) nr. 748/2012,
- 6°
Het luchtvaartuig zich op een zodanige plaats bevindt, dat Onze Minister kan vaststellen dat aan de onder 1° tot en met 5°, gestelde eisen is voldaan.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op gebruikte luchtvaartuigen, met uitzondering van onderdeel b, onder 3°, en met dien verstande dat de houder beschikt over een ICAO-standaard-BvL, een EASA-standaard-BvL of een EASA-beperkt-BvL, dan wel het luchtvaartuig in aanmerking komt voor een van deze bewijzen.
3.
Aan de eisen in het eerste lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 4° en het tweede lid, behoeft niet te worden voldaan, indien de bevoegde autoriteit van de staat van invoer daarmee instemt.
4.
In het geval beschreven in het derde lid, worden afwijkingen van het product ten opzichte van het type-certificaat op het exportbewijs als uitzonderingen opgenomen.
5.
De houder van een export-BvL is verplicht:
- a.
aan de autoriteit van de staat van invoer alle informatie te verschaffen ten behoeve van het goed functioneren van het luchtvaartuig, alsmede de assemblagegegevens, indien een luchtvaartuig niet geassembleerd wordt ingevoerd,
- b.
het niet geassembleerde luchtvaartuig goed te verpakken tijdens vervoer of opslag, en
- c.
tijdelijke installaties aan het luchtvaartuig ten behoeve van het vervoer na aankomst in de staat van invoer te verwijderen.