Einde inhoudsopgave
Besluit diverse onderwerpen vrijstelling overdrachtsbelasting
2.2 Verdeling tussen niet-samenwoners
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2013
- Bronpublicatie:
21-06-2013, Stcrt. 2013, 17978 (uitgifte: 03-07-2013, regelingnummer: BLKB/2013/642M)
- Inwerkingtreding
04-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-06-2013, Stcrt. 2013, 17978 (uitgifte: 03-07-2013, regelingnummer: BLKB/2013/642M)
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
Het is mogelijk dat een relatie tussen twee personen wordt verbroken en een verdeling plaatsvindt. Dit terwijl de betrokken personen door omstandigheden niet daadwerkelijk hebben samengewoond. Hiervan kan sprake zijn bij de aankoop van een woning in aanbouw of van een woning die eerst ingrijpend moet worden verbouwd. Ik acht het dan niet in alle situaties gewenst dat overdrachtsbelasting wordt geheven. Ik keur daarom het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat de vrijstelling voor samenwoners ook geldt voor de verkrijging bij verdeling van onroerende zaken of beperkte recht daarop, zonder dat de deelgerechtigden hebben samengewoond.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende vijf voorwaarden:
- —
Bewoning en samenwoning waren redelijkerwijs niet mogelijk omdat de tot hoofdverblijf van de samenwoners bestemde woning op het moment van de gezamenlijke verkrijging nog in aanbouw was of ingrijpend moest worden verbouwd.
- —
De relatie wordt verbroken voordat de tot hoofdverblijf van de samenwoners bestemde woning wordt opgeleverd of de verbouwing daarvan gereed is.
- —
De woning wordt aan één van de deelgerechtigden toegedeeld.
- —
Er wordt aannemelijk gemaakt dat men de intentie had te gaan samenwonen. In geval van een verbouwing moet aannemelijk worden gemaakt dat men de intentie had binnen een jaar na aankoop van de woning te gaan samenwonen.
- —
Aan de overige vereisten van de vrijstelling is voldaan.
Toelichting
In geval van een verbouwing moet aannemelijk worden gemaakt dat deze dusdanig ingrijpend was, dat bewoning redelijkerwijs gesproken niet mogelijk was. Bij een minder ingrijpende verbouwing heeft men het zelf in de hand om te gaan samenwonen. Als men in dat geval ervoor kiest om niet te gaan samenwonen, is er bij de verdeling geen sprake van een onbillijkheid van overwegende aard.