Einde inhoudsopgave
Jeugdwet
Artikel 7.3.1 [Medewerker gecertificeerde instelling]
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2016. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
08-06-2016, Stb. 2016, 268 (uitgifte: 13-07-2016, kamerstukken: 34279)
18-05-2016, Stb. 2016, 206 (uitgifte: 07-06-2016, kamerstukken: 34191)
- Inwerkingtreding
01-08-2016, terugwerkend tot: 01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2016, Stb. 2016, 270 (uitgifte: 13-07-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-06-2016, Stb. 2016, 270 (uitgifte: 13-07-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. III, onderdeel E, subonderdeel 2, van de Verzamelwet VWS 2016 (18-05-2016, Stb. 206).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Jeugdbeleid / Algemeen
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
1.
Hetgeen in deze paragraaf, met uitzondering van de artikelen 7.3.4, 7.3.5, 7.3.6 en 7.3.16, is bepaald ten aanzien van de jeugdhulpverlener is van overeenkomstige toepassing op de medewerker van de gecertificeerde instelling, met dien verstande dat voor ‘jeugdhulp’ of ‘verlening van jeugdhulp’ wordt gelezen ‘uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering’.
2.
In deze paragraaf wordt verstaan onder betrokkene: persoon aan wie rechtstreeks jeugdhulp wordt verleend, ten aanzien van wie de verlening van jeugdhulp wordt voorgesteld of ten aanzien van wie een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering uitgevoerd wordt of de uitvoering daarvan wordt voorgesteld.
3.
Voor zover sprake is van een geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel 446 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is deze paragraaf niet van toepassing, behoudens de artikelen 7.3.11, vierde en vijfde lid, en 7.3.17.