NJ 1931, p. 1611
Onteigening in het belang der volkshuisvesting. Bedrijfsschade van een mede-eigenaar.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 mei 1931
- Magistraten
(Mrs. Segers, Visser, Kirberger, van Woudenberg Hamstra, Nypels.)
- Zaaknummer
[06051931/NJ_1931,_p._1611]
- Conclusie
Mr. Tak
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS128197:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1931:22, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑05‑1931
- Wetingang
(OW art. 92.)
Essentie
Onteigening in het belang der volkshuisvesting. Bedrijfsschade van een mede-eigenaar.
Samenvatting
Geen voorschrift der Onteigeningswet verzet zich tegen toekenning van door een medeeigenaar geleden bedrijfsschade. (Anders. H.R. 25 Juli 1930 N. J. 1930, 1576 met noot P. S. Red.).
De Rechtb. had bedoeld bedrag voor bedrijfsschade niet afzonderlijk aan den medeeigenaar mogen toekennen, doch bij het bedrag der schadeloosstelling moeten voegen, daar uit de artt. 43 volgg. der Onteig.wet blijkt, dat de wetgever gewild heeft, dat dc geheele voor de onteigening verschuldigde schadeloosstelling in het vonnis in een som wordt uitgedrukt. Daarover is echter bij het middel niet ...