NJ 1940/848
Cessie van alle gedurende het vruchtgebruik nog te vervallen huurtermijnen door verhuurder, eigenaar van het recht van vruchtgebruik (April 1932). Kwijting van alle huurtermijnen (Jan. 1933). Uitwinning van het recht van vruchtgebruik (1935). Positie van den uitwinner-kooper. Absolute of relatieve nietigheid van art. 505 lid 4 slot Rv. Aan wien de vordering toekomt.Geen berusting. Geen aanvulling van den feitelijken grondslag der procedure door het Hof.
HR 15-03-1940, ECLI:NL:HR:1940:66, m.nt. Prof. E.M. Meijers (De Boer/Haskerveenpolder)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 1940
- Magistraten
Mrs. Visser, van Gelein Vitringa, Ny-pels, Meckmann en van der Meulen
- Zaaknummer
[15031940/NJ_1940-848]
- Conclusie
Mr. Berger
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- Roepnaam
De Boer/Haskerveenpolder
- JCDI
JCDI:ADS106717:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1940:66, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑1940
- Wetingang
Essentie
Cessie van alle gedurende het vruchtgebruik nog te vervallen huurtermijnen door verhuurder, eigenaar van het recht van vruchtgebruik (April 1932). Kwijting van alle huurtermijnen (Jan. 1933). Uitwinning van het recht van vruchtgebruik (1935). Positie van den uitwinner-kooper. Absolute of relatieve nietigheid van art. 505 lid 4 slot Rv. Aan wien de vordering toekomt.Geen berusting. Geen aanvulling van den feitelijken grondslag der procedure door het Hof.
Samenvatting
Uit het door eischer tot cassatie gemaakte voorbehoud blijkt duidelijk, dat de betaling van f 10,806.25 door hem is geschied alleenlijk om de ontbondenverklaring van de huurovereenkomsten te voorkomen voor het geval ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.