Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 2:39 [Dienstverrichting naar Nederland vanuit bijkantoor in niet-lidstaat]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
13-12-2012, Stb. 2012, 679 (uitgifte: 21-12-2012, kamerstukken: 33273)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2015, Stb. 2015, 309 (uitgifte: 28-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in een andere lidstaat die een door de toezichthoudende instantie van die lidstaat verleende vergunning als bedoeld in artikel 14 van de richtlijn solvabiliteit II heeft voor het uitoefenen van zijn bedrijf, en die voornemens is voor de eerste maal vanuit een in een staat die geen lidstaat is gelegen bijkantoor diensten te verrichten naar Nederland, geeft, alvorens met het verrichten van diensten aan te vangen, de Nederlandsche Bank daarvan kennis onder vermelding van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
2.
Indien de Nederlandsche Bank een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid heeft ontvangen, deelt hij de ontvangst hiervan onverwijld mede aan de verzekeraar die de kennisgeving heeft gedaan. De verzekeraar kan overgaan tot de uitoefening van zijn bedrijf door middel van het verrichten van diensten naar Nederland na ontvangst van de mededeling.
3.
In geval van co-assurantie binnen de Unie zijn het eerste en tweede lid slechts van toepassing op schadeverzekeraars die als eerste schadeverzekeraar optreden.