BNB 2013/163
Periodieke giften. Uitvoering door erfgenamen. Betaling van achterstallige termijn in later jaar. Rentedragendheid verplichting
HR 03-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8161, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 mei 2013
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Van Loon, Fierstra, Koopman
- Zaaknummer
12/02197
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
I.J.F.A. van Vijfeijken
- LJN
BY8161
- JCDI
JCDI:ADS171981:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY8161, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑05‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2012:BY8161, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BY8161, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2012
- Wetingang
Art. 6.32, 6.34 en art. 6.40 lid 1 onderdeel d Wet IB 2001
Essentie
Periodieke giften. Uitvoering door erfgenamen. Betaling van achterstallige termijn in later jaar. Rentedragendheid verplichting
Samenvatting
Zelfde casus (met andere erfgenaam/belanghebbende) als in BNB 2013/162c*.
Het Hof heeft in deze zaak tevens geoordeeld dat de uitkering van certificaten als stockdividend gelijk kan worden gesteld met rente, waardoor de verplichting om in 2002 certificaten over te dragen geacht moet worden in dat jaar rentedragend te zijn geworden, zodat deze termijn (reeds) in 2002 als aftrekbare gift in aanmerking had moeten worden genomen. De hoogte van de aftrekbare gift moet volgens het Hof worden bepaald naar de waarde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.