Einde inhoudsopgave
Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdrachten betreffende lid 3 komen niet overeen met de te wijzigen tekst.
- Bronpublicatie:
27-09-2022, Stcrt. 2022, 25998 (uitgifte: 29-09-2022, regelingnummer: WJZ/ 22003229)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2022, Stcrt. 2022, 25998 (uitgifte: 29-09-2022, regelingnummer: WJZ/ 22003229)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Een certificaat van oorsprong en een garantie van oorsprong, niet zijnde een garantie van oorsprong voor gas uit hernieuwbare bronnen of een garantie van oorsprong voor ander gas uit hernieuwbare bronnen die is overgeboekt aan de Nederlandse Emissieautoriteit, verliest haar geldigheid:
- a.
na afboeking als bewijs van levering als bedoeld in artikel 77a van de Elektriciteitswet 1998, artikel 5 van de Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong, artikel 28a van de Warmtewet en artikel 25;
- b.
uiterlijk na het verstrijken van de twaalf maanden na de einddatum van de productie van de energie waarvoor de garantie van oorsprong of het certificaat van oorsprong is geboekt.
2.
Een garantie van oorsprong voor niet-netlevering verliest haar geldigheid nadat ze is gebruikt om het voorschot, bedoeld in artikel 72w, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde op 31 december 2007 dan wel in artikel 66 van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie.
3.
Een garantie van oorsprong voor gas uit hernieuwbare energiebronnen of een garantie van oorsprong voor ander gas uit hernieuwbare bronnen die is overgeboekt aan de Nederlandse Emissieautoriteit verliest haar geldigheid uiterlijk na twaalf maanden na de einddatum van de productie van het gas uit hernieuwbare energiebronnen of het ander gas uit hernieuwbare bronnen waarvoor de garantie van oorsprong is afgeboekt.