BA 2014/261
Niet-ontvankelijkverklaring van rechtsmiddel wegens misbruik van recht, kwade trouw, misbruik Wob voor incasseren van dwangsommen bij niet tijdig beslissen
ABRvS 19-11-2014, ECLI:NL:RVS:2014:4129
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
19 november 2014
- Zaaknummer
201311752/1/A3
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:4129, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 19‑11‑2014
- Wetingang
Art. 1:3 lid 1 en 2, 3:3, 3:4 lid 2, 4:15 lid 2, 4:17 lid 5, 4:18, 6:2, 6:15 lid 3, 7:1, 7:18 lid 4, 8:1, 8:18 lid 4 en 8:75 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 3:13 lid 1, 2 en 3 en art. 3:15 Burgerlijk Wetboek (BW); art. 3 lid 1 en 3 Wet openbaarheid van bestuur (Wob); art. 11 lid 4 en art. 19 lid 4 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv); Besluit proceskosten bestuursrecht; art. 6 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM); art. 47 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest)
Essentie
Niet-ontvankelijkverklaring van rechtsmiddel wegens misbruik van recht, kwade trouw, misbruik Wob voor incasseren van dwangsommen bij niet tijdig beslissen
Samenvatting
Ingevolge art. 3:13 in samenhang met art. 3:15 BW kan de bevoegdheid om bij de bestuursrechter beroep in te stellen, niet worden ingeroepen voor zover deze bevoegdheid wordt misbruikt. Voor het niet-ontvankelijk verklaren van een rechtsmiddel wegens misbruik van recht zijn zwaarwichtige gronden vereist, aangezien met de niet-ontvankelijkverklaring de betrokkene in feite het recht op toegang tot de rechter wordt ontzegd. Dit geldt temeer wanneer het gaat om een door een burger tegen de overheid ingesteld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.