RCR 2016/80
Effectenlease. Leidt de omstandigheid dat een cliëntenremisier zonder vergunning een particulier heeft geadviseerd, in diens relatie tot de aanbieder van een effectenleaseproduct tot een andere schadeverdeling ex art. 6:101 BW wanneer de aanbieder van dit product onrechtmatig jegens die particulier heeft gehandeld?
HR 02-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2012
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 september 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04914
- Conclusie
plv. P-G C.L. De Vries Lentsch-Kostense
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924789:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2012, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:35, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑09‑2014
- Wetingang
Essentie
Effectenlease. Dexia-affaire.
Leidt de omstandigheid dat een cliëntenremisier zonder vergunning een particulier heeft geadviseerd, in diens relatie tot de aanbieder van een effectenleaseproduct tot een andere schadeverdeling ex art. 6:101 BW wanneer de aanbieder van dit product onrechtmatig jegens die particulier heeft gehandeld?
Samenvatting
In 2001 heeft B een effectenleaseovereenkomst met Dexia gesloten door tussenkomst van cliëntenremisier Spaar Select. Op grond van die leaseovereenkomst heeft B een bedrag van ƒ 52.043,15 van Dexia geleend waarmee effecten in een aantal fondsen zijn aangekocht. B heeft die effecten van Dexia geleased. Over het geleende bedrag was B gedurende tien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.